. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . Fig. 205. Stand van de schering bij het Fig. 206. Toestel voor het kaartweven. blijft a boven, aangezien het gat I, waardoor a loopt, ook boven blijft; draad b gaat naar beneden,omdat het gat II, waardoor b loopt, ook naar beneden wordt gewenteld; draad c komt boven,omdat het gat III, waardoor c loopt, boven komt; draad d gaat naar beneden, omdat het gat IV,waardoor d loopt, ook naar beneden gaat. De volgorde der draden is nu: a en c boven, en b end beneden, waardoor een andere kruising ontstaat. Draait men nu de kaarten weer


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . Fig. 205. Stand van de schering bij het Fig. 206. Toestel voor het kaartweven. blijft a boven, aangezien het gat I, waardoor a loopt, ook boven blijft; draad b gaat naar beneden,omdat het gat II, waardoor b loopt, ook naar beneden wordt gewenteld; draad c komt boven,omdat het gat III, waardoor c loopt, boven komt; draad d gaat naar beneden, omdat het gat IV,waardoor d loopt, ook naar beneden gaat. De volgorde der draden is nu: a en c boven, en b end beneden, waardoor een andere kruising ontstaat. Draait men nu de kaarten weer 900 terug, dan ontstaat dus weer dezelfde stand als ziet hieruit, dat de kaarten als ophalers fungeeren. Moet de weefster nu een patroon van gebloemte vormen, dan licht zij, geheel naar berekening 203 uit het hoofd, de bovenste draden op en steekt den patroonvormenden inslag daaronder door de schering. Een papöeroe of broekband en ook een tali bannang of krisgordel bestaan uit twee soor- ten kaartweefsel; een plat weefsel en een rondweefsel (rond als een leidsel of een touw).Het plat


Size: 2546px × 982px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912