. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 17. CYPERACEAE. 401. Carex digitata Fig. 323. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in j,'chet'l Europa op vochtige plaatsen en in bosschen voor. Zij is bij ons bij Bunde in Limburg gevonden. C. digitata ') L. V i n g e r z e g g e (fig. 323). De plant vormt meest slechts kleine zoden. De stengels staan alle aan een altijdgroen bladroset zijstandig en zitten in de oksels van meest nog overgebleven bladen van het vorige jaar. Zij zijtl dun en slap, alleen onder de blociwijze iets ruw of geheel glad, kaal, meest omstreeks even lang als de bl


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 17. CYPERACEAE. 401. Carex digitata Fig. 323. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in j,'chet'l Europa op vochtige plaatsen en in bosschen voor. Zij is bij ons bij Bunde in Limburg gevonden. C. digitata ') L. V i n g e r z e g g e (fig. 323). De plant vormt meest slechts kleine zoden. De stengels staan alle aan een altijdgroen bladroset zijstandig en zitten in de oksels van meest nog overgebleven bladen van het vorige jaar. Zij zijtl dun en slap, alleen onder de blociwijze iets ruw of geheel glad, kaal, meest omstreeks even lang als de bladen. De onderste scheeden loopen vaak in een spitsje uit, doch zijn overigens vliezig. De bladen zijn kaal met donkerpurperkleurige scheede en ecnigszins slappe, tamelijk smalle (tot 4 mM breede), vaak teruggebogen, levendig groene, min of meer ruwe , geleidelijk toegespitste bladschijf. De bloeiwijze bestaat uit meest 2 iets verwijderde vrouwe- lijke aartjes en een kortgestceld mannelijk topaartje. De schut- bladen zijn vaak donkerpurper met groene middenstreep, zij zijn meest naar bov^n verbreed, zonder bladschijf. De vrouwelijke aartjes zijn los-, meest 5-10-bloemig, meest niet meer dan 2,5 cM lang, smal, de onderste treden meest met hun steel uit het schutblad tevoorschijn, het bovenste is zittend en steekt boven het mannelijke aartje uit. De kafjes (fig. 323) zijn omgekeerd-eirond, stomp, iets getand, in den uitgeranden top meest stekelpuntig, roodbruin, met groene middenstreep, witvliezig gerand, lichtbruin, bijna witachtig, zij zijn even lang als of iets korter dan de urntjes. Er zijn 3 stempels. De urntjes (fig. 323) zijn driekantig-omgekeerd eirond, circa 4 mM lang, glanzend, donkerbruin, verspreid kort behaard, met korten, doch duidelijken snavel. Het mannelijke aartje is smal lancet- tot bijna lijnvormig, meest uit een iets verbreeden voet versmald. De kafjes zijn als die der vrouwelijke aartjes, doch vaak breeder vliezig gerand, daardoor vaak bijna ge- heel wit. De


Size: 1393px × 1795px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants