. Zederyke zinnebeelden der tonge . t naafte van t harte, daar de vrindtfchaphaare zetel heeft, affchiet, gelyk Petrus Cicza in zynegelchiedenilTenenbefchryvinge van Peru torn. 2. cap. 94»aangetekent heeft, dewyle nu de tont^e in zoo eeneovertreffelyke waardigheidt en vermogen geftelt is,ne^- X 3 ben jitf VERHANDELING der TONGE. ben van oudts her de wetten der meefte volkeren al te»gen het misbruiken van de zelve in de weer ge weeft,de Egyptenaaren immers fneeden de tonge des geenenuit, die eenige geheimen vertelde, gelyk de Romeinendeederi aan de valfche getuigen, als Diodorus Siculuslib. i.


. Zederyke zinnebeelden der tonge . t naafte van t harte, daar de vrindtfchaphaare zetel heeft, affchiet, gelyk Petrus Cicza in zynegelchiedenilTenenbefchryvinge van Peru torn. 2. cap. 94»aangetekent heeft, dewyle nu de tont^e in zoo eeneovertreffelyke waardigheidt en vermogen geftelt is,ne^- X 3 ben jitf VERHANDELING der TONGE. ben van oudts her de wetten der meefte volkeren al te»gen het misbruiken van de zelve in de weer ge weeft,de Egyptenaaren immers fneeden de tonge des geenenuit, die eenige geheimen vertelde, gelyk de Romeinendeederi aan de valfche getuigen, als Diodorus Siculuslib. i. cap. 6. getuigt, ende in de bittere vervolging derChriflenen aan de heilige Martelaaren , als AntoniusGallonius in het laafte hoofdtftuk van zyne verhande-ling over het pynigen der Martelaaren aantekent, endegelykerwys heden ten dage op veele plaatzen den Godtsla-fteraars met eenen gloeijenden priem de tonge doorboortwordt, 200 fchryft Plutarchus , dat Artaxerxes zelfeens logenaars ton^e met drie priemen heeft laatendoor* NAAM- NAAMLYST Der OPSCHRIFT EN Deezer ZINNEBEELDEN. X LUIMSTRYKERY. Bladz. 2 GÓDTSLASTERING. 10 Dubbele Tonge. 16 Qua a de Raadt. 22 Twist. 28 ACHTERK LAP. 36 Bespotting e. 44 Dronkenschap. 52. Snorkerye 60 Gramschap. 63 Bed r ógh. 76 Klappernye. 84 Geveinstheidt. 92 Vergrooting e. 100 Laster ing e. 106 Vuile Redenen. 114 Logen. 124 Nieuwigheden. 130 V LOEKEM. 138 Ydele Beloften. 148 G E H E I M E N 1 S-O NTDEKKING. JH Verwyt. 162 Eigen Eigen Ld f. Bladz. 170 Qua adtaardige Berispinge. 178 Wraakzucht. iSó Ydele Klaghten. 196 Eigen Rechtvaardiging. 206 Vervloekinge zyns Naasten. 216 On VOORZICHTIGHEIDT. 226 T Hooghste Wo ordt Voeren. 234 Gekyp. 242 In Iemants Redenen Vallen. 250 Dwarsdryven. 25-4 Onferbiedigheidt. 260 t e r g i n g e. 268 Oproer igheidt. 276 Iemants Woorden Verkeeren, 2S4 Eenzydigheidt. 292 Ydele Wenschen. 29S ONTYDIGH ZwYGEN. , 3IO Verhandeling der Tonge. 319 NAAM- NAAMLYST Van SCHRYVERS, In dit Boek aangctogen. A. J[jQlianus, 8


Size: 1764px × 1417px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorfolkemajacob169217, bookdecade1710, booksubjectemblems