. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . Den vangft der menfen uit zal leezen; Het goede in een hemels vat, En t kwaade in een lelyk gat. N 4 Spreu- ï$z Spiegel van hetSpreuken VI: f. Red u als een rhee uit de hand [des jaagers:]en als een vogel uit de hand des vogelvangers. En Kap: XI: 19. Alzo is de gerechtigheid ten leven; gelykdiedie het kwaade najaagt, naar zynen dood [jaagt ] Micha VII: a. De goedertierene is vergaan uit het land ; endaar is niemant oprecht onder de menfen: zy l
. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . Den vangft der menfen uit zal leezen; Het goede in een hemels vat, En t kwaade in een lelyk gat. N 4 Spreu- ï$z Spiegel van hetSpreuken VI: f. Red u als een rhee uit de hand [des jaagers:]en als een vogel uit de hand des vogelvangers. En Kap: XI: 19. Alzo is de gerechtigheid ten leven; gelykdiedie het kwaade najaagt, naar zynen dood [jaagt ] Micha VII: a. De goedertierene is vergaan uit het land ; endaar is niemant oprecht onder de menfen: zy loe-ren altemaal op bloed ; zy jaagen een iegelyk£y nen broeder [met] een jachtgaaren. I Timotheus VI: II. Maargy, ö mens Gods, vlied deeze dingen:cn jaag naar gerechtigheid , godzaligheid , ge-loof, liefde, lydzaamheid, zachtmoedigheid. II Timotheus II: 26. En zy wederom ontwaaken mogten uit denflrik des duivels, onder welken zy gevangen waa-ren tot zynen wil. Hebreen X II: 14. Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaa-king j zonder welke niemant den Hecre zien zal. De Menselyk Bedryf. 195De kiften der zonden, Zynbytcnde Het wilde woud, dat wereld niet,Dekt ook een jaager met zyn boomcn, Die fel en fnel op wildbraad ziet;Elk paflzyn jacht en ftrik te ontkomen. Vraagt iemant, wie die jaager is, Men noemt hem Voril der duilternis. N 5 Mat- IP4 Spiegel van hetMattheüs VI: 19,10,21. V ergadcrtu geen fchatten op der aarde, daar-ze de mot en roeft verderft, en daar de dievendoorgraaven en fteelen. Maar vergadert u fchatten in den hemel, daar-ze noch mot, noch roeft verderft, en daar de die-ven niet doorgraaven, noch fteelen. Want waar uwen fchat is, daar zal ook uw hert Want de Zoon des menfèn zal komen in de heer-lykheid zynes Vaders, met zyne engelen, en als-dan zal hy een iegelyk vergelden naar zyn doen. Openbaaring XVIII: 11. En de kooplieden der aarde zullen weenen, enrouw maaken over haar , om dat niemant haarewaaren meer koopt.
Size: 1520px × 1643px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., boo, bookauthorluikencaspar16721708, bookauthorluikenjan16491712