Archive image from page 48 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. Familie 22. CUPULIFERAE. â 21 0. Róbur'j L. I: i k. (Q. pedunculata-) lïlirh.) (Fif,'. 19 en 20). Deze boom heeft iiitjespreide takken, de jonje zijn buifzaam en glad. De bladen zijn meest langwerpig-omgekeerd eirond, vinlobbig met afge- stompte lobben, kaal, aan den voet meest afgeknot of iets hartvormig, met een steel niet langer dan de halve breedte van den bladvoet. De vrouwelijke bloeiwijzen zijn los, gesteeld (de steel meest langer dan de bladsteel). De vruchten


Archive image from page 48 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. Familie 22. CUPULIFERAE. â 21 0. Róbur'j L. I: i k. (Q. pedunculata-) lïlirh.) (Fif,'. 19 en 20). Deze boom heeft iiitjespreide takken, de jonje zijn buifzaam en glad. De bladen zijn meest langwerpig-omgekeerd eirond, vinlobbig met afge- stompte lobben, kaal, aan den voet meest afgeknot of iets hartvormig, met een steel niet langer dan de halve breedte van den bladvoet. De vrouwelijke bloeiwijzen zijn los, gesteeld (de steel meest langer dan de bladsteel). De vruchten zijn liangend, aan een steel, die langer is dan de bladsteel, zij zijn langwerpig, kort gespitst. K 18-52 M. Midden Mei. Gebruik. Het hout is hard en sterk en wordt tegenwoordig weer veel voor meubelen gebruikt. Veel wordt de eik als akkermaalshout aange- plant, alle 6 of 7 jaren worden de uitgeschoten tak- ken afgehakt en geschild. De schors wordt om het looi- zuurgehalte voor het leerlooien ge- bruikt (ook de gal- appels en de napjes bevatten van deze stof) en het geschil- de hout is talhout en wordt als brand- stof gebruikt. De vruchten, de eikels, dienen als varkensvoedsel en worden ook geroost als surrogaat voor koffie gebruikt. Voorkomen in Europa en in Nederland. In geheel Europa komt de eik voor, over een veel meer uitgebreid gebied dan de beuk, ook in het Noorden en in Rusland. Hij is ook bij ons algemeen, doch zeker voor het grootste gedeelte aangeplant. Q. sessiliflóra â¢â '} Smith. Wintereik. (Q. Robur L. ;'.) (Fi. 21.) Bij dezen boom zijn de jeugdige takken bros en soms iets behaard. De bladen zijn meest omgekeerd eirond, vinlobbig met afgeronde stompe lobben, aan den voet meest versmald, van onderen (vaak alleen op de aderen) meest verspreid kort be- haard, de steel is langer dan de halve breedte van den bladvoet. De vrouwelijke bloeiwijzen zijn gedrongen, zittend of de steel is niet langer dan de bladsteel. De vruchten zijn bijna zit


Size: 1175px × 1702px
Photo credit: © Actep Burstov / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: 1900, 1909-11, archive, book, bookauthor, bookdecade, bookpublisher, booksponsor, booksubject, bookyear, drawing, heukels_hendrik_1854_1936, historical, history, illustration, image, leiden_n_v_boekhandel_en_drukkerij_voorheen_d_j_br, page, picture, plants, print, reference, the_luesther_t_mertz_library_the_new_york_botanical_, vintage, zimmermann_a_albrecht_b_1860