. Voncken der liefde Jesu, van het Godt-begerende zielen-vuur : zynde bloemetjes der saalige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars, langs den weg, na vreeden-ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne, daar op speelende, verssen, en heylige spreuken . genoeg uw knecht,En nu, verandert fich het Regt. Dwingt hem, tot uw begeeren jWil hy niet willig gaan,Zoo fleept hem agter aan Met fpirtien en verweeren; Maakt hy wat fpels, het is geen nood,De Saak is u te oovergroot: De hoop vertrooft uw treuren :Zoo gy hem, met zyn vrind,Kloekmoedig overwint, Denkt, want u zal gebeuren ->


. Voncken der liefde Jesu, van het Godt-begerende zielen-vuur : zynde bloemetjes der saalige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars, langs den weg, na vreeden-ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne, daar op speelende, verssen, en heylige spreuken . genoeg uw knecht,En nu, verandert fich het Regt. Dwingt hem, tot uw begeeren jWil hy niet willig gaan,Zoo fleept hem agter aan Met fpirtien en verweeren; Maakt hy wat fpels, het is geen nood,De Saak is u te oovergroot: De hoop vertrooft uw treuren :Zoo gy hem, met zyn vrind,Kloekmoedig overwint, Denkt, want u zal gebeuren -> Gy zult een Kind des Heemels zyn,En lichten als de Sonnefchyn, Godt zal uw Vaader weefen,By wien gy eeuwig zultMet vreugde zyn vervult, Een vreugde, nooytvolpreefên, In t vrindlyklicht der Majefteyt,In weldoen en fagtmoedigheyd: Dat is een Huys vol weelden,En vreugde, Tonder End, Opt der L I E F D E J E S U. ifi Op t vafl fondament ,Meer, als wy ons verbeelden;Dat zal u immer beeter zyn,Als t Eynd, van zulk een valflen fchyn. Heylig Antwoord. Want indiengy na den vleefche leeft, %oo ^ult gy jlerven:maar indien gy door den Geeft de weringen des lig*haamsdood» %oo%uitgy lever?. Rom. 8. ycrs 13. K 4 Voor ip V O N G K E N vuur en gloed, Is waater Als ttnLam werdhy ter jlachtingc geleyt, ende als eenfchaap dat ftom is voor het aangefigte fijner fcbeerdersatjoo en deUt h fijnen mond nkt op. Jeft. 5 3, vers /♦ Maar der h I E F D E J E S U. 1*3 Maar ik {egge u, datgy den boofen niet en weder ft aat:Maar zo wie u op de rggter wange ft aat, keerthem ookjde andere toe. 59, N< og ftaal, nog kooper wil hier gelde: Wat waapens eyft dan deefen ftryd ?Ontmoedig en fagtmoedigheyd,Daar t Lam, de helfle macht mee velde: Doe t fich in fyn gefpalkten mond,Met leydfaamheyd quam op te geeven ,Daar t heylig, vriendlyk liefde-leeven, Met Soet, het wrange fuur dacht dat Beetje te verflinden, Maar doe hy t in fyn maag befloot, Was t hem een gift en fterck


Size: 1451px × 1721px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1690, booksubjectemblems, booksubjectmysticism, bookyea