. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. Men noemt Woelslangen, Heterodox, eenige soorten van de gestalte der Glans- of gewone Land-slangen, die echter kennelijk zijn aan haar groot, vooruitspringend, en veelal van scherpe kanten voorzien snuitschild. Zij hebben den laatsten tand der bovenkaak verlengd, gelijk dit bij de Adderslangen het .n-eval is. Eene soort, Heterodon plalyrhinus, uit Noord-Amerika, van twee voet lengte en stevig van maaksel, heeft het snuitschild naar boven gerigt en van diie snijdende kanten voorzien. Hare
. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. Men noemt Woelslangen, Heterodox, eenige soorten van de gestalte der Glans- of gewone Land-slangen, die echter kennelijk zijn aan haar groot, vooruitspringend, en veelal van scherpe kanten voorzien snuitschild. Zij hebben den laatsten tand der bovenkaak verlengd, gelijk dit bij de Adderslangen het .n-eval is. Eene soort, Heterodon plalyrhinus, uit Noord-Amerika, van twee voet lengte en stevig van maaksel, heeft het snuitschild naar boven gerigt en van diie snijdende kanten voorzien. Hare oogen zijn met eenen krans van kleine schubben omzoomd. Bij Heterodon scalaris, van Algiers en het zuiden van Frankrijk en Spanje, heeft voornoemd schild I afgeronde kanten. De ZwEMSLANGEN. Natrix, ofook «Tropidonotus" genoemd, hebben in hare gestalte veel overeenkomst met de Glansslangen, maar haar buik is breeder en afgeplat, de mondopening is S vormig, hare schubben zijn in deu regel gekield; zij hebben meestal drie, in plaats van twee schildjes achter elk oog; zij leven veelal in de nabijheid van het water en zwemmen zeer goed. Haar voedsel bestaat uit allerlei kleine dieren. Met uitzondering van Zuid-Amerika, worden zij in alle werelddeelen gevonden. De meest bekende is de Ririr/slan(i, j Natrix torquala, die menigvuldig in het geheele warme en gematigde Europa, en ook in onze grens-provinciën aangetroffen wordt. Zij is op de bovendeelen blaauwachtig bruin, met een witten nekkraag, en achter dezen met eene groote zwarte vlek. Zij slaat haar verblijf veelal in aardholen op, hetzij op de heide, hetzij langs de boschkanten, het liefst in de nabijheid van water. Zij zwemt zeer goed, teelt in Julij en Augustus voort, en bereikt gewoonlijk niet meer dan drie voet lengte. Do meeste overige soorten komen voor in Oost-lndii' en Noord-Amerika. In Afrika heeft men eene in sommige punten van haar maaksel geheel afwijkenile soort, Dasijpdtis scaijtr, die zich overigens door hare
Size: 3010px × 830px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, booksubjectbirds, bookyear1872
