. De flora van Nederland. Plants. 392 — RHAMNACEAE. — FAMILIE 61. spitse, grof stekelpuntig getande lobben, zijn van boven donkerder groen dan van onderen, glanzend, meestal onbehaard, zeldzamer behaard of viltig en hebben afvallende steiinblaadjes. De bloemen staan in dichte pluimen tegenover de bladen, zijn regelmatig, klein, geel- groenachtig, welriekend (eenigszins als Reseda). De pluimen staan eerst rechtop, doch hangen later. De kelk is eenbladig met 5 korte, afvallende tanden. De bloemkroon bestaat uit 5 bladen, die eerst aan den top en den voet vergroeid zijn. Zij wordt door de zich ui


. De flora van Nederland. Plants. 392 — RHAMNACEAE. — FAMILIE 61. spitse, grof stekelpuntig getande lobben, zijn van boven donkerder groen dan van onderen, glanzend, meestal onbehaard, zeldzamer behaard of viltig en hebben afvallende steiinblaadjes. De bloemen staan in dichte pluimen tegenover de bladen, zijn regelmatig, klein, geel- groenachtig, welriekend (eenigszins als Reseda). De pluimen staan eerst rechtop, doch hangen later. De kelk is eenbladig met 5 korte, afvallende tanden. De bloemkroon bestaat uit 5 bladen, die eerst aan den top en den voet vergroeid zijn. Zij wordt door de zich uitzettende en strekkende meeldraden als een kapje opgetild en valt af. Meeldraden zijn er 5 tegenover de kroonbladen, zij wisselen met klieren af. Er is op het vruchtbeginsel een zeer korte stijl met een knopvormigen stempel. De besvrucht is ovaal of bolrond, donkerblauw of groenachtig, bij de wildgroeiende plant zuur, zij is 1-hokkig met 5 zaden, waarvan er echter 1 of meer onont- wikkeld blijven (fig. 468). Tot 9 M. b. Juni. De bloempluimen en de ranken staan eigenlijk einde- lings, doch worden door een tak, die den stam schijnbaar voortzet en die uit den okselknop van het blad is ontstaan, ^'Sv^" terzijde gedrongen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De wijnstok behoort thuis in de bosschen van Zuid-Europa en van den Levant. Hij is reeds in zeer oude tijden aangekweekt, ook bij ons om de druiven en is soms verwilderd gevonden in rotsspleten van den St. Familie 61. Rhamnaceae R. Br. Wegedoornachtigen. Soms gedoomde heesters of boomen. Bladen gesteeld, enkelvoudig, gaafrandig met afvallende steunblaadjes. Bloemen meest 2-slachtig, doch soms 1-slachtig (2-huizig). Kelk meest onderstandig, 4-5-spletig. Kelkslip- pen evenals de kroonbladen in den knop klepvormig liggend. Kroonbladen op een schijf ingeplant, die den voet van het vruchtbeginsel omgeeft. Meel- draden 4 of 5, voor de kroonbladen staand. Vruchtbeginsel 2-5-hokkig. Is het aantal hokjes geli


Size: 1316px × 1899px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants