Tijdschrift voor entomologie . het zwart was bepaaldelijk olijfgroenachtig), terwijlde anderen geheel glanzig donkerzwart te voorschijn schijnt te volgen dat de wesp, na het uittrekken vanhet laatste huidje, nog een of twee dagen in het cocon blijftvertoeven. Zie hier de beschrijving: het geheelc lijf is blinkend zwart,met uitzondering van de monddeelen, de pooten, de vleugel-schubbeljes en bij enkelen de anus en de anusstaafjes. De (nietingekeepte) bovenlip is roodachtig geel, zoo ook de bovenkakenaan de basis, terwijl zij aan de punt zwart zijn. De vier palpenzijn licht groena


Tijdschrift voor entomologie . het zwart was bepaaldelijk olijfgroenachtig), terwijlde anderen geheel glanzig donkerzwart te voorschijn schijnt te volgen dat de wesp, na het uittrekken vanhet laatste huidje, nog een of twee dagen in het cocon blijftvertoeven. Zie hier de beschrijving: het geheelc lijf is blinkend zwart,met uitzondering van de monddeelen, de pooten, de vleugel-schubbeljes en bij enkelen de anus en de anusstaafjes. De (nietingekeepte) bovenlip is roodachtig geel, zoo ook de bovenkakenaan de basis, terwijl zij aan de punt zwart zijn. De vier palpenzijn licht groenachtig geel, zwart aan de basis van hel eerstelid; de onderlip is zwart. De j)00ten zijn lieh! zahnrood meide volgende deelen zwart of donkergrijs : de heupen aan allen,vlekken aan de basis der vier voorste dijen, aan de vier voorstepooten de vier laatste larsenlecdjes, aan de achtersle poolen degeheele larsen en de spits der scheenen. Bij sommige voorwerpenzijn de voorpoolen wat geelachtiger, bij anderen duidelijk rood. Fl. iNciii;il us A(|iiili>W;ic, \ul GEDAANTEWISSELINfi EN LEVENSWIJZE BESCHREVEN. 20^ De wijfjes zijn grooter en , vooral aan het achterlijf, breederdan de mannetjes; er is bovendien verschil in de sprieten, diebij de laatsten iets dikker zijn dan bij de eersten (zie fig. 8).De zevende ring van het abdomen is bij den man met eenevlakke, afgerond driehoekige plaat bedekt. De vleugels zijn rookkleurig; hun voorrand en het stigmazijn lichtbruin, hunne overige aderen zwart. ïk vind deze soort in de mij toegankelijke boeken niet be-schreven. Met Nematus st/lcipes Vali., die ik alleen uit de l)e-schrijving bij Hartig (bl. IHG) ken, heeft zij veel overeenkomst;doch deze is wel tweemaal grooter, heeft een blaauwzwartstigma en zoo hel schijnt, het eerste lid der achtertarsen welwat breeder dan gewoonlijk ; ook schijnt de naam op eenegroeve in dij of scheen te doelen , welke ik bij onze voorwerpenniet gewaar kan worden In den habitus past deze nieuwesoort bij de g


Size: 1280px × 1953px
Photo credit: © The Reading Room / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookd, booksubjectentomology, booksubjectinsects