. Aanteekeningen over de anatomie van den Cryptobranchus Japonicus. Cryptobranchus Japonicus; Salamanders. 49 geheele binnenvlakte, op het midden der breedte, aan eene sooit van hilm. In deze plaatvormige vliezen ziet men zeer menigvuldige vaten dwars verloopen, welker onderscheiding in slagaderen, aderen en af- voerende buizen zonder injectie niet mogelijk is; al dadelijk loopen echter aan elke zijde van G tot 8 donkerroode buisjes in het oog, welke veel dikker zijn dan de overigen. Behalve de dvvarsverloopende vaatjes, vindt men nog op het midden van elk mesenterium een in de lengte verloo-


. Aanteekeningen over de anatomie van den Cryptobranchus Japonicus. Cryptobranchus Japonicus; Salamanders. 49 geheele binnenvlakte, op het midden der breedte, aan eene sooit van hilm. In deze plaatvormige vliezen ziet men zeer menigvuldige vaten dwars verloopen, welker onderscheiding in slagaderen, aderen en af- voerende buizen zonder injectie niet mogelijk is; al dadelijk loopen echter aan elke zijde van G tot 8 donkerroode buisjes in het oog, welke veel dikker zijn dan de overigen. Behalve de dvvarsverloopende vaatjes, vindt men nog op het midden van elk mesenterium een in de lengte verloo- pend, eenigszins geslingerd, wit gekleurd, niet hol strengetje, dat zijn oorsprong neemt van de buiten-bovenzijde van het mesenterium, digt bij den top van den bal, en dat zich naar onderen onmerkbaar verliest. Blijkbaar komen deze strengetjes overeen met de zoogenoemde vet-lig- chamen, accessore deelen, welke bij de staartlooze Batrachien sterkere ontwikkeling erlangen, doch bij de gestaarte slechts draadvormig blijven. (Vergel. Wittich /./., Rathke Beitrclge zur GeschicJUe der Tlnenceli.) Ten einde meer licht te verkrijgen omtrent den loop van den afvoe- renden toestel der nieren en ballen, en te onderzoeken, in hoeverre die overeenkomt met dien bij verschillende naakte amphibiën, door Bid- der beschreven, beproefden wij eene injectie der uitlozingsbuizen. De injectie gelukte vrij goed, in aanmerking nemende, dat het praeparaat reeds eenigen tijd in wijngeest was bewaard geweest. Zij werd onder- nomen uit het onderste gedeelte van het randkanaal, daar het niet gelukte eenen genoegzaam dikken tuhus in te brengen door de fijne opening op de tepeltjes, hetgeen vooral daarom zoo bezwaarlijk is, de- wijl het kanaal nog tot op een' afstand van eenige millimeters haarfijn blijft, om dan plotseling veel wijder te worden. Voor de injectie werd eene versch bereide lij moplossing met Chromas plumbi gebezigd. 1) Het eerst zag men de windingen van het randkanaal oploopen, wel- ker uitgeb


Size: 826px × 3027px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1860, booksubjectsalaman, bookyear1862