. Zedelyke en stichtelyke gezangen . zy in diepe bedrukkinge zaten , welks>mftandig verhaal de zaak noch veel beveftigd. Wient om de eere Gods zo veel waardig is , die kan hetut haar eigen mond , zo lang als God haar t leevertaat, gaan hooren, daar zy woonachtig is, op t Prin-èn Eiland, tot Amfteldam, in welke behuizing deez0volgende verbeelding, na t leven is geteekent. £€21 23^ Zedêlyke en Stichtelyks Jtlen Bode brengt uit Godes kracht,Een blyde boodfchap in der Vrouw ontvonkt in haar begeeren:God opend haar een klaar gezicht: 2. Daar flaat de Bode, fchoon in t licht,Een bloempje


. Zedelyke en stichtelyke gezangen . zy in diepe bedrukkinge zaten , welks>mftandig verhaal de zaak noch veel beveftigd. Wient om de eere Gods zo veel waardig is , die kan hetut haar eigen mond , zo lang als God haar t leevertaat, gaan hooren, daar zy woonachtig is, op t Prin-èn Eiland, tot Amfteldam, in welke behuizing deez0volgende verbeelding, na t leven is geteekent. £€21 23^ Zedêlyke en Stichtelyks Jtlen Bode brengt uit Godes kracht,Een blyde boodfchap in der Vrouw ontvonkt in haar begeeren:God opend haar een klaar gezicht: 2. Daar flaat de Bode, fchoon in t licht,Een bloempjen uit het Hof des Heeren:Zyn woord, uit Goddelyke lafl,Gaat, zonder eenig wanken, vafl:. 3-Twee dagen zyn daar noch verloopen: Toen vaart Gods kracht door t lichaam heeU, En recht haar weder op de been, Die veertien jaaren had gekroopen. Schoon Lucifer, een Forji der lift,Uit nyd, enfpyt, hier tegen wil t verdraaijen, en verbuigen,De zaak dringd door met zyn getuigen. XX GEZANGEN/; ^ £33 XX. *t Is noch de zelve Macht,. U^ant alzo zeid de booge en verheveite, die in de eeuwigeid woond, en diens naame heilig is: Ik nvoone [in] de9gte^ en [in] V heilige^ en by dien die eenes verbryzel-t en nederigen geefles is^ op dat ikiee-vendig maake den?Jl der nederizen, en op dat ik leevendig maake het hertef verhry^z^elden. Jezaias LVII: 15, o^ 23+: Zedelyke en Stichtelyke OphctGoddelyk Wonder,gefchiecaan Jeske Klaas. Toon: Uit liefde komt groot : Ik ging op eenen Morgen, enz. W y zingen God ter eeren,Van vreugd een vrolyk Lied ,Wyl dat er van den Heere,Een* wonder is gefchied,ó Goedheids Bron, die altyd vliedIn uwe Kreatuuren,Uw macht verminderd niet, 2. Wy vinden \ waar ó Koning!Met eeuwig licht omftraald,Dat gy uit uwe wooningIn laage Hutjes daald,En gaat het Konings hof voorby,Den wyzen en geleerden,Hoe achtbaar dat hy zy. 3-ó Jezus goede Heere!ó Hoogde Majeileit!Laat ons doch van u leere, GEZANGEN. 135 Dat gy ootmoedig zyt,Het Dal ontfangt des waters meeft


Size: 1418px × 1761px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksubjectemblems, booksubjectjesuschrist, booksubjectmysticism