. De flora van Nederland. Plants. 464 UMBELLIFERAE. FAMILIE 66. 2-knoppig, iets zijdelings samengedrukt, glad (fig. 563). De deelvruchtjes hebben 5 gelijke, uitstekende, stompe, golfvormig gekartelde ribben en diepe groeven zonder striemen. Het zuiltje is 2-deelig. 6-18 dM. OO- Juni—Herfst. Biologische bijzonderheid. Reeds de onaangename geur houdt de dieren wel van de plant. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa onder heggen, langs wegen, op puinhoopen, mestvaalten en kerkhoven voor en is bij ons vrij algemeen. Volksnamen. De namen dolle kervel en scheerling zijn


. De flora van Nederland. Plants. 464 UMBELLIFERAE. FAMILIE 66. 2-knoppig, iets zijdelings samengedrukt, glad (fig. 563). De deelvruchtjes hebben 5 gelijke, uitstekende, stompe, golfvormig gekartelde ribben en diepe groeven zonder striemen. Het zuiltje is 2-deelig. 6-18 dM. OO- Juni—Herfst. Biologische bijzonderheid. Reeds de onaangename geur houdt de dieren wel van de plant. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa onder heggen, langs wegen, op puinhoopen, mestvaalten en kerkhoven voor en is bij ons vrij algemeen. Volksnamen. De namen dolle kervel en scheerling zijn vrij algemeen in gebruik. In Friesland noemt men haar pijpkruid, in Waterland wilde peter- selie en in Zuid-Holland en op Walcheren gevlekte scheerling. 40. Smy'rniiim ^) Trn. Myrrhekervel. Kelkzoom ontbrekend. Kroonbladen lancetvormig of elliptisch, toegespitst, gaafrandig met gekromden top. Stijlen teruggeslagen, even lang als of langer dan het stijlkussen. Vrucht bijna bolrond, gezwollen 2-knoppig, zijdelings samengedrukt, glad. Deelvruchtjes bolrond, met 5 hoofdribben, de 2 zijribben weinig opvallend, de dorsale sterk uitstekend. Groeven ieder met 1 striem. Zuiltje 2-spletig. Zaad cirkelvormig opgerold. Bloemen geelachtig groen in 6-15-stralige schermen, zonder omwindsel. Omwindseltjes ontbrekend of uit zeer kleine blaadjes bestaand. Onderste bladen 3-tallig tot 3-voudig 3tallig, de bovenste 3-tallig of enkelvoudig. Planten onbehaard met dikken wortel. Tabel tot het deter mineeren der soorten van liet geslacht Smyrnium. A. Bovenste bladen 3-tallig, op een breede scheede zittend. Bladen der omwindseltjes zeer klein. Stijlen even lang als het stijlkussen. Vruchten groot. Plant ongeveer 1 M lang met hollen stengel, frisch groen S. Olnsastrum blz. 464. B. Bovenste bladen enkelvoudig, ovaal of rondachtig, hartvormig stengelomvattend. Om- windseltjes ontbrekend of 1-bladig. Stijlen langer dan het stijlkussen. Vruchten klei-n. Plant 30-60 cM lang. Stengel gevuld. Wortel verdikt


Size: 1457px × 1715px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants