. Bellerophon, of, Lust tot vvysheyd : begrijpende veel zeedighe, stichtlijcke en leerlijcke sinne-beelden met haere verklaringhen . ilde onderjltitten ^ is daer onder doot ghehkven en Verplettert : yilfo doen oock diegeene die fich met alte fwaere faecken overladen. LVST TOT Sfet hoe dees kemel, die door koffers overladen,Schier flau en moedeloos aemachtigh nederleytMet al te (waren pack,door veel oneffen paden,Daer med hy nu (eylaes) geheel verilaghen Icvt. Dit beeld zy ii een baeck dat u bedaerde finnen,Zijn nimmer over-ftelpt door al te grooten lafl,Daeraenghy hooft noch flee


. Bellerophon, of, Lust tot vvysheyd : begrijpende veel zeedighe, stichtlijcke en leerlijcke sinne-beelden met haere verklaringhen . ilde onderjltitten ^ is daer onder doot ghehkven en Verplettert : yilfo doen oock diegeene die fich met alte fwaere faecken overladen. LVST TOT Sfet hoe dees kemel, die door koffers overladen,Schier flau en moedeloos aemachtigh nederleytMet al te (waren pack,door veel oneffen paden,Daer med hy nu (eylaes) geheel verilaghen Icvt. Dit beeld zy ii een baeck dat u bedaerde finnen,Zijn nimmer over-ftelpt door al te grooten lafl,Daeraenghy hooft noch fleert noch midden weet te vinnen,Maer wort met fwaricheyt verrompelt en verrafl. Teveel is ongefbnd, (foo doude wijflijck Ipreken)Te weynigh is te flap : fiet dongebonden leughd^Haer eyghen vryen toom navolghen^ diens gebreecken,Zijn overtoUic^h en vervrecmdet van de Deuc^hd. ,, Den gulden middel-maet, wie die hier in can treffc,„ En breydelen zijn lufl, en Matighen zijn werck,^,Niet den gefpannen pees te ftrenghlijck overhcffen,5, Is waerdigh datmen hem bekroon in lovis kcrck. BELLEROPHON, of XX. Hoort veel, fpreeckt Diog. opeenfeker gajlmaelgheyraeght ::^jndeivaeromdatalle andere klapten en hyfweeghi antmorde, V beroude my noytdat ickftilfpeegh, maer wel dat ick te Veel geklapt hehbe. LVST TOT VVYSHEYD. XX. \y \/ Aer Mm«j hier gevraegc (die doch weet yders Wat van dees harde bol was leerijcx af te fegghen:Hy hield hem voor een ftier of voor een bulle back:Daer men de domme leughd, plagh mee te bedde leggen. Wegh wegh ghy fpottcr wegh/met u verkeert verftand^Hoor dees verborghen fin en ftichtelijcke ghy moed heus van mond , oprecht en trou van hand En fiiel zijn van ghf hoor, om voor den dagh te treeden. • ^, So moet ghy teere fpriiyt,dijn radde lippen fiioereOj^, Om dijne lofle tongh te boijen met een rinck,„ Niet wulps en onbedacht den luijen (hater voeren,,y Want klappen maeckt veracht en ichendet alle dinck. ,, V Ooren moeten zijn


Size: 1450px × 1724px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1610, booksubjectemblems, bookyear1614