. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. CRUCIFERAE. â 259 of iets vierkant met l-nervige, vlakke kleppen, die soms vele lengtevouwen hebben. Snavel ontbrekend. Zaden samengedrukt, soms gevleugeld, in 1 rij. Bloemen wit of lila. Bladen gaafrandig of getand, zelden de vvortelbladen, die tijdens den bloeitijd meest nog aanwezig zijn, liervormig. Meestal behaarde planten. Tabel tot het determineeren der soorten van het j,'eslacht Arabis. I. Kroonbladen met een breede, omjjekeerd eironde plaat, zeer uitgespreid. a. Bloemen wit. Zaden smal jjevleuKeld. Stenyelbladen met diep hartvormiuen voet
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. CRUCIFERAE. â 259 of iets vierkant met l-nervige, vlakke kleppen, die soms vele lengtevouwen hebben. Snavel ontbrekend. Zaden samengedrukt, soms gevleugeld, in 1 rij. Bloemen wit of lila. Bladen gaafrandig of getand, zelden de vvortelbladen, die tijdens den bloeitijd meest nog aanwezig zijn, liervormig. Meestal behaarde planten. Tabel tot het determineeren der soorten van het j,'eslacht Arabis. I. Kroonbladen met een breede, omjjekeerd eironde plaat, zeer uitgespreid. a. Bloemen wit. Zaden smal jjevleuKeld. Stenyelbladen met diep hartvormiuen voet stenirelonivattend. Haiivven schuin afstaand 1. alpina blz. 259. â b. Bloemen lila, zelden wit. Zaden aan den top iets iT;evleuj,'eld. Bladen niet j,'eoord. Stcnt^elbladen zittend, wortelbladen liervormiK-vinspletig. Hauwen afstaand. A. arenosa blz. 259. 11. Kroonbladen met een smalle, lijnvormi,i,'-langwerpige plaat, opgericht of iets uitgespreid, klein. Bloemen wit. Stengelbladen afgeknot of geoord. Vruchttrossen lang en dicht. Hauwen rechtopstaand , . . A. hirsata blz. 260. A. alpina ')L Randjesbloem (fig. 297). Uit den penwortel komt een roset van omgekeerd eironde, stompe, getande wortelbladen en een of meer niet bloeiende, liggende., sterk bebladerde stengels en bovendien nog rechtopstaande of opstijgende, bloemdragende stengels. Deze laatste dragen eirond-lang- werpige, met diep hartvormigen voet stengelomvattende bladen, die alle grof getand zijn. De geheele plant is ruw en grijsgroen door stervormige haren. De bloemen staan in trossen, zijn wit en groot. Twee der kelkbladen hebben een zakvormigen voet. De vruchttros is los, de vruchten staan op afstaande, dunne stelen, zijn samengedrukt, flauw gebogen en bultig. 1-4 'A-. AprilâAugustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant groeit overal in Europa op rotsen en steenachtigen bodem. Bij ons wordt zij als sierplant gekweekt en is hier en daar op muren verwilderd (slot te Zuylen bij Utrecht, Apeldoorn, muur
Size: 1416px × 1765px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants