. De flora van Nederland. Plants. Juncus conglomeratus Fig. J. glaücusi) Ehrh. Zeegroene rusch (fig. 217). Deze soort is meest grijsgroen en dicht zodenvormend. De stengel is rechtopstaand, rond, dun, sterk gestreept, met in vakjes verdeeld merg. De bladen zijn aan den voet van den stengel tot bruine, glanzende scheeden gereduceerd. Het stengelachtig blad aan den top der niet bloeiende stengels is alleenstaand en meest korter dan de stengel. Het schutblad der bloeiwijze is alleenstaand en vormt een voortzetting van den stengel. De, natuurlijk schijnbaar zijdelingsche, bloeiwijze heeft mi


. De flora van Nederland. Plants. Juncus conglomeratus Fig. J. glaücusi) Ehrh. Zeegroene rusch (fig. 217). Deze soort is meest grijsgroen en dicht zodenvormend. De stengel is rechtopstaand, rond, dun, sterk gestreept, met in vakjes verdeeld merg. De bladen zijn aan den voet van den stengel tot bruine, glanzende scheeden gereduceerd. Het stengelachtig blad aan den top der niet bloeiende stengels is alleenstaand en meest korter dan de stengel. Het schutblad der bloeiwijze is alleenstaand en vormt een voortzetting van den stengel. De, natuurlijk schijnbaar zijdelingsche, bloeiwijze heeft min of meer verlengde, vrij stijve, rechtopstaande takken, is los en veelbloemig. De bloemen zijn rechtopstaand, 3 mM lang. De bloemdekbladen zijn smal lancetvormig, lang toegespitst, stijf, met groene middennerf, de zijden zijn roodbruin met smallen, vliezigen rand, zij zijn alle even lang of de buitenste zijn langer. Meeldraden zijn er meest 6, zij hebben helmknopjes, die even lang zijn als de helmdraden. De stijl is kort en loopt uit in lange, rechtopstaande, purperkleurige stem- pels. De doosvrucht (fig. 217) is even lang of iets langer dan de bloem- dekbladen, elliptisch of eirond, spits of stomp, stekelpuntig, glanzend, naar boven meest donker kastanjebruin met kleine, roestkleurige zaden. 2].. 3-6 dM. Juni—Augustus. Bij de variëteit i. longicórnis-) Aschers. et Gr. (5. paniculatus-') Buch.) is de speer groot, tot meer dan 1 dM lang. De bloemdekbladen zijn om de vrucht afstaand. De plant is krachtig (tot bijna 1 M hoog), stijf. De onderste scheeden zijn purperbruin, sterk glanzend. De bloemdekbladen zijn zeer smal, zwak vliezig gerand, zeer lang toegespitst, meest bleek, meest langer dan de doosvrucht. De doosvrucht is aan den voet meest breeder dan bij de soort, kastanjebruin, zeer glanzend. Juncus glaucus Fig. 217. 1) glaucus = zeegroen, •dragend. Heukels, Flora. !. -) longicórnis = langhoornig. •') paniculatus = pluim- t 20. Please note that these images are ex


Size: 1396px × 1790px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants