. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. van YSLAND. 33 Aagt dier noch onafgehakt hangt, op drie of vier plaatfen een diepe fnede m het vleefch , en doen in iedere opening een kleine hand vol zout, zich verbeelden


. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. van YSLAND. 33 Aagt dier noch onafgehakt hangt, op drie of vier plaatfen een diepe fnede m het vleefch , en doen in iedere opening een kleine hand vol zout, zich verbeeldende, dat het dus zelf zo veel nodig is, door het gantfche beeft trekt, en het vleefch' wanneer er vervolgens wind en rook by koomt, zeer wel be- waard word. Op de beide gezegde wyzen handelen de ingeze- tenen ook met het fchapenvleefch, als zy het voor hun hinW zin Aagten. ö « §. XXXIV. ZwYNEN-konnen alhier niet opgebragt wor^etn™ den, nadien, zomin op het veld als in de huizen, genoegzaamZwynen, voeder voor dezelve te bekomen is. Honden en Kattenraaarwel heeft men 'er. Honden §.} XXXV. Duiven en ander tam pluim gediert kon-ren*"" nen er, wegensde langdurige ftrenge koude, gebrek aan voe- Tam der, en de menigte roofvogels van allerly zoort, niet gehou P1"™- den worden. Enige weinige meer bemiddelde, en derhalven ' kiefche, hebben geftadig een paar Hoenderen in huis, die zyhlermeu met klemgefneden hooy, onder een weinig roggemeel met wa- ter vermengt, kommerlyk opvoeden. g. XXX VI. Het edel Landgevqgelt beftaat , zo veel Wat Ge^ ik heb konnen ervaren, m Wachtelen, grote Snippen, als on-v°geit zeHoutfnippen,en deBerg-hoenen, Rypen (s) genaamt De U heb" zenzyn de Snoriper op de lappifche Alpen, die zich (a) fteeds op het land houden, meer lopen dan vliegen, en mitsdien niet bezwaarlyk te vangen zyn. Zy hebben, om de ftrenge koude te konnen wederftaan, geheel ruige met vederen bewaflen po- ten, waarom zy of haar's gelyken by de geleerde vogelbe


Size: 826px × 3027px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory, bookyea