. Cl. Bruins Aanmerkingen op Otto van Veens Zinnebeelden der goddelyke liefde . yke geur behoud , zo blyven de goede werken der god-vruchtige zielen veele eeuwen na hunne dood in een zalige na-gedachtenis, ó ! Hoe gelukkig zyn ze dan die de genadebalfenider Goddelyke liefde, die een reuk des levens ten leven is, nietverfmaaden, maar dezelve met de grootfte luft en begeerte tothun eeuwig heil gebruiken: want zy is de bron van alle gee-ftelyke gaven; zy is t geheiligt wierookvat, waar uit wy deaangenaame geuren onzer zeden door de waereld moeten ver-fpreiden. Men verzamele dan, uit den Hof van t


. Cl. Bruins Aanmerkingen op Otto van Veens Zinnebeelden der goddelyke liefde . yke geur behoud , zo blyven de goede werken der god-vruchtige zielen veele eeuwen na hunne dood in een zalige na-gedachtenis, ó ! Hoe gelukkig zyn ze dan die de genadebalfenider Goddelyke liefde, die een reuk des levens ten leven is, nietverfmaaden, maar dezelve met de grootfte luft en begeerte tothun eeuwig heil gebruiken: want zy is de bron van alle gee-ftelyke gaven; zy is t geheiligt wierookvat, waar uit wy deaangenaame geuren onzer zeden door de waereld moeten ver-fpreiden. Men verzamele dan, uit den Hof van t zaligmaa-kend Woord, alle welriekende kruiden, en men bereide de-zelve tot een lieffelyke balfem ter verkwikking voor de men-fchen , en ter eere en heerlykheidvan t eeuwig Opperwezen,zo zullen wy eens deelen in de volgende belofte: Zalig de doo^den die in den Heere fierven, van nu aan, en haare werken (reuk-werken van alle chriftelyke deugden) volgm met hen, Ojjenba-ringe Xix. vers 13. De o. V. Veens Zinnebetlden. De Liefde is een ivelriekcnde halfem. 11 XXXVII. -^y I. h Zalig hy dien t mag gebeuren,De lietielyke bal(^_*mgeiiren Van hcilgenade ia t nedrig \ ongeveinsd geloof te ontfangen!ü Reuk daar de englcn naar verlangen ! Wie zou de zonde, een bron van fmert,Een* doodelyken ftank vol plaagcn,Om u niet uit zyn ziel vcrjaagen? Het j6 Aanmerkingen op £^et geen de lydzaame Hiob, ten opzichte der wifTelvallig-heden van dit tyaelyke leven, zegt: Heeft de menfchnieteenenJlryd op de aarde? Htob vil. ve^s i, mag ruim ZO wel op het geeftelyk leven van een chriften toegepatl worden. Nu moetliy ilryden met den Satan, die zich als eenengel des lichts ver-toont , om hem door lift te bedriegen, of als een brullendenleeuw, om hem door geweld te veifcheuren; danklampthemde geblankette waereld met alle haare fchatten en zondigevermaakelykheden aan boort; dan moet hy tegen zyne onge-regelde hertllochten int geweer, die dikwiis, als hollendepaarden, over de ftaketlels van de


Size: 1440px × 1735px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksubjectchristianli, booksubjectemblems, booksubjectloveinart