. De flora van Nederland. Plants. 324 — TYPHACEAE. FAMILIE 14. Het pluis, dat van de vruchtsteeltjes uitgaat, dient tot verspreiding der vruchtjes door den wind. Tabel tot het deter mineeren der soorten van het geslacht Typha. A. Vrouwelijke bloemen zonder schutblaadjes. Zijdelingsche vertal<kingen der algemeene bloemspil van de vrouwelijke aar tot 2 mM lang, slank. Stempels scheef ruit-lancet- vormig, zwartbruin tot zwart, even lang als of langer dan de haren. T. latifolia blz. 324. B. Vrouwelijke bloemen in de oksels van schutblaadjes. Zijdelingsche vertakkingen van de algemeene bloemspil


. De flora van Nederland. Plants. 324 — TYPHACEAE. FAMILIE 14. Het pluis, dat van de vruchtsteeltjes uitgaat, dient tot verspreiding der vruchtjes door den wind. Tabel tot het deter mineeren der soorten van het geslacht Typha. A. Vrouwelijke bloemen zonder schutblaadjes. Zijdelingsche vertal<kingen der algemeene bloemspil van de vrouwelijke aar tot 2 mM lang, slank. Stempels scheef ruit-lancet- vormig, zwartbruin tot zwart, even lang als of langer dan de haren. T. latifolia blz. 324. B. Vrouwelijke bloemen in de oksels van schutblaadjes. Zijdelingsche vertakkingen van de algemeene bloemspil der vrouwelijke aar tot i ^ mM lang, kort kegelvormig. T. aujrustifolia blz. 325. Volksnamen. De namen lischdodde, dul en sigarenriet zijn algemeen. In Friesland spreekt men van doerebol en doerebout, ook durebout, hem- bol, daar, doch ook in Drente en Salland van doezebolt en -bout, in Gronin- gen, Twente, den Achterhoek van Gelderland, Zuid-Hollanden op Schouwen van lampenpoetser, in Groningen ook van pompels, in Noord-Overijsel van hesbollen, varkensdul en pollepiester, in Twente van naaldenkoker, aan den Zoom der Veluwe van donzebout, pompstokken, ruggeklopper en vogelver- schrikker, in den Achterhoek van Gelderland (ook West-Friesland, Water- land en Zuid-Holland) van duikelaar, in den Achterhoek van Gelderland ook van veneknuppel, in de Betuwe van huil en duil, in Utrecht van zuurkolf, in West-Friesland van domp, duil (ook Zoom der Veluwe en Goeree), rietsigaar, in Waterland van bouten, papenriet en duikers (de laatste ook in Kennemerland), in Zuid-Holland van koelemeijer, kakelaar, ruggemeter en kaarsen (de laatste ook op Zuid-Beveland), bezuring (ook op Walcheren en in Zeeuwsch-Vlaanderen), op Voorne en Beierland van butterbies en pielepooi, op Overflakkee van hooge gooier, in Zuid-Limburg van katten- staarten, op Walcheren van plomper en plompersigaren, in Zeeland van kanneboenders en stalkaarsen. T. latifolia 1) L. Groote lischdodde (fig. 237). Deze plant is onbeha


Size: 1383px × 1806px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants