. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. ,jO RALLID.^. C. cayennensis, Bodd. = Rdle a ventre roux de Cayenne, Danb. = Lc Kiolo, Buff. Ad. over het algemeen olijfbruin; als de rug, maar de mid- delste en grootere met licht roodbruine randen; huimpje en slagp. chocolade- hruin; binnenste slagp. v. d. 2Jen rang van dezelfde kleur als de rug; staartp. zvvartachtig met olijf kleurige randen; bovenkop helder kastanjekleurig; achterkop, achternek en nekzijden olijf bruin; smalle wenkbrauwen, lora, kopzijden en oor- vederen aschgrijs; kaken en helder kastan


. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. ,jO RALLID.^. C. cayennensis, Bodd. = Rdle a ventre roux de Cayenne, Danb. = Lc Kiolo, Buff. Ad. over het algemeen olijfbruin; als de rug, maar de mid- delste en grootere met licht roodbruine randen; huimpje en slagp. chocolade- hruin; binnenste slagp. v. d. 2Jen rang van dezelfde kleur als de rug; staartp. zvvartachtig met olijf kleurige randen; bovenkop helder kastanjekleurig; achterkop, achternek en nekzijden olijf bruin; smalle wenkbrauwen, lora, kopzijden en oor- vederen aschgrijs; kaken en helder kastanjekleurig; keel witter; zijden der bovenborst olijf kleurig; flanken kastanjekleurig met een olijfachtige tint; dijen aschkleurig; dekv. ond. d. st. kastanjekleurig, dekv. ond. d. vl. licht kastanje- kleurig, onderste aschbruin met roodbruine tippen; snavel zwartachtig, basis v. d. ondersnavel lichter; pooten en oogleden lakrood; iris karmijn. Jong üi dons. Zwartachtig. L. , vl. , st. , tars. , middenteen en klauw , culm. 2. Geogr. dist. Brazilië en Amazonia tot Guiana en Columbia. Lok. dist. Bijna uitsluitend de lagere streken, vooral hel intermangrove terrein. „Cayenne Dwerg-kriekos, Dwerg-Waterhoenders, eng. Cayenne Rails, fr. Kiolos, gelijken veel op miniatuur groote Kriekos en worden in Suriname gewoonlijk aangeduid als Stonkrieko (Steenkriekos), Stonanamoen, Stonkroetaka, Ston- nangaito enz. of bij de Arowakken als Soeliediedie en bij de Caraïben als Koesapie of Kiejolo. Langs waterkanten en op modderige plaatsen treft men C. D. minder talrijk aan dan op de droge ritsen tusschen de zwampen. Daar is er geen boschje, hoe klein ook, waar niet een paar C. D. te vinden is. Dicht in de nabijheid van een woonhuis, in een boschje van dikwijls niet meer dan twee meters in door- snede, laten ze zich meermalen des nachts hooren. Doorzoekt Kop van rnYcinicnsis. 1 1 • 1 •• 1 men dit plekje bij dag, tien tegen een, dat er geen vogel te vinden is.


Size: 2015px × 1239px
Photo credit: © Paul Fearn / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksubjectbirds, bookyear1908