. Voncken der liefde Jesu : van het Godtbegerende zielenvier : bloemitjes der salige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars langs den weg, na vreden ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne daar op spelende verssen, en heylige spreuken . t de arme Ziel te gronde, Met al haar ingefloten kracht,En word , als in een put verflonden,( Dat fich onthoudt een nare als men t vlees doet nederfincken > Dan ryft de Ziel, als uyt haar graf*öm als een morgen Ster te blincken, Voor hem, die haar het wefen moet gefchiên van alle wyfen; Weg vlees en bloet» finckt na de
. Voncken der liefde Jesu : van het Godtbegerende zielenvier : bloemitjes der salige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars langs den weg, na vreden ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne daar op spelende verssen, en heylige spreuken . t de arme Ziel te gronde, Met al haar ingefloten kracht,En word , als in een put verflonden,( Dat fich onthoudt een nare als men t vlees doet nederfincken > Dan ryft de Ziel, als uyt haar graf*öm als een morgen Ster te blincken, Voor hem, die haar het wefen moet gefchiên van alle wyfen; Weg vlees en bloet» finckt na de grondtDan fal t inwendig leven ryfen, Als of het van den dode opftondt tDat hangt natuurlyk aan malkander s Ge!yk alsdEmmersin den Put;Als dene finckt, foo ryft den ander, Want dit gevolg wordt niet Iaat het logge vlees vry dalen • Al die voorfichtigheyt beoogt»Soo fal den Geeft zyn adem halen, Wanneer zy wordt in Godt verhoogt. Hy der LIEFDE JESüI Foli)Hy is te pryfcn en te loven,Die t befte deel verheft na boven. Heylig Antwoordt, TTant dieinfijnfelfsvleefch^aayt» faluythetvleetver-ft derjfeniffe mayen: maar die in den geeft faayt, f al ujcingeeft bet Ewige leven mayen. Gal. 6, vers 8. m Foi $o V O N C K E N De gonft Ic< ben dorftig geweeft en gy hebt my te drinchengegeveMatth. z voorfiove%y dit een van dcfe mym trnnfte broeders gedaan hebt > foo begj dat ?ny gedaan. Matth. 25. vers40. Geeft dengeneniet van ubidt, fpracf^dengever des ewigen levens. Mattg, vers 42. der LIEFDE J E S ü. Foï,3* Dis gttrm it in yè minjle» die is oo^in èeipifl»getrou, Luc. 16. ïo» Al was het maar een koele Dronck,Van water, uyt oprechter hartea „Daar ghy eens Pelgroms dorftïg fmarten , Om Jefus wille, mee befchonck »Gy f uk uw loning niet verliefen. O vrindelyke hemels woordc! Van i ulck een waaren mondt gehoordr.,Wy willen u tot Heer verkiefeo. Een klyne dienft, en groten loon |Voor water, wynen» nooyt vol prefcfl ,En heylig Bloedt » van hemels we
Size: 1415px × 1766px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorluikenja, bookdecade1680, bookidvonckenderliefde01luik