. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Tot nut der wetenschappen en den Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics. ESCHRYVING Van den berg He- Van een driemaal 's jaars ontbran- dend Meir. drie dagen was de lucht zodanig met afïche en damp vervult, dat men de zon niet zien konde. Al de gedroogde vifch, die zich toen op het eiland bevond , werd daar van geheel zwart en onbruikbaar Ja in de twe naaftvolgende jaren werden door die afTche, of veeleer door de 'er mede vermengde fcherpachii* ge rotsbrokjes of z


. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Tot nut der wetenschappen en den Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics. ESCHRYVING Van den berg He- Van een driemaal 's jaars ontbran- dend Meir. drie dagen was de lucht zodanig met afïche en damp vervult, dat men de zon niet zien konde. Al de gedroogde vifch, die zich toen op het eiland bevond , werd daar van geheel zwart en onbruikbaar Ja in de twe naaftvolgende jaren werden door die afTche, of veeleer door de 'er mede vermengde fcherpachii* ge rotsbrokjes of zand , gelyk boven by den brand op Jan Mayen eiland aangemerkt is, zo verre het land en de weiden 'er van getroffen waren, de paarden en het hoornvee de bek- ken doorkorven en verdorven, en nadien het vuur ook het lage land, aan den voet van den berg leggende, aanflak, liep de brand alengs onder de aarde 18 mylen wegs voort, en duur- de jaar en dag, aleer dezelve ophield. g. VIII. OndemnTchen houd de Berg Hecla, weleer wegens zyne zeer geweldige en vele eeuwen achter een geduur- de vuurbraking zo zeer berucht, zich zedert enige jaren geheel Uil. Nochtans zyn de inwoonders niet zonder reden beducht, dat hy zich , om zo te fpreken, flegts herhaalt, om vroeg of laat tot hunne fchaden weder des te grimmiger te woeden. Ik had gemeent,van zyne toenmalige geftalte en omftandigheden iets nader uit te vorfTchen ; doch men heeft my verzekert , t'enemaal onmogelyk te wezen, op denzelven, men tzwyge tot aan deszelfs opening of keel, te klimmen, door de gedeeitelyk uitgeworpen en gedeeitelyk nedergeftorte ontelbare rotsbrok- ken en de uitgefpoelde groeven en fleuven, ten tyde zyner Honing of uitguffirig veroorzaakt, die te gevaarlyker zyn , vermits dezelve met loos fneeuw of bros ys zyn gevuk. §. IX. Ongevaar een halve myl van den Hecla legt een zoet, fleeds warm, en in den winter noch warmer meir, 't geen, volgens het bericht der inwoonderen, de zeer zeldzame eigenfehap zoude hebben , van


Size: 3243px × 771px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksub, booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory