Archive image from page 320 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. FAMILIE 39. - CRUCIFERAE. 291 23. Eróphila 'j 1). C E. verna , E. Meyer. (Draba verna L.). Vroegeling (fig. 345). Uit den penwortel komt een roset van wortelbladen, waaruit 1â6 met gaffelharcn bezette, onbebladerde stengels komen, die niet vertakt zijn en meestal rechtopstaan. De bladen zijn lancet- vormig, spits, getand of gaafrandig, aan den voet steelachtig versmald. De bloemen zitten in een dadelijk vrij lang- gerekten tros, zijn klein en wit. De bloemstelen z


Archive image from page 320 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. FAMILIE 39. - CRUCIFERAE. 291 23. Eróphila 'j 1). C E. verna , E. Meyer. (Draba verna L.). Vroegeling (fig. 345). Uit den penwortel komt een roset van wortelbladen, waaruit 1â6 met gaffelharcn bezette, onbebladerde stengels komen, die niet vertakt zijn en meestal rechtopstaan. De bladen zijn lancet- vormig, spits, getand of gaafrandig, aan den voet steelachtig versmald. De bloemen zitten in een dadelijk vrij lang- gerekten tros, zijn klein en wit. De bloemstelen zijn meest onbehaard. De kelkbladen zijn wit behaard, de kroonbladen zijn 2-spietig of-deelig, langer dan de kelk. De vruchttros is los, de stelen zijn schuins opstaand. De hauwtjes zijn afgerond, onbe- haard, bijna zonder stijl, met 1-nervige kleppen (fig. 345). De zaden zijn talrijk in ieder hokje en staan 2-rijig. 3-15 cM. G en 0O. Maart- Mei, zelden in den Herfst. Vormen zijn: a. vulgaris ) Prod. Hauwtjes langwerpig of ovaal-langwerpig. 5. macrocarpa ) Prod. Hauwtjes langwerpig-lancetvormig. V. praÃcox') Stev. Hauwtjes bijna bolrond. Biologische bijzonderheden. De inrichting der bloemen met het oog op de bestuiving is als bij de andere Cruciferenbloemen. Merkwaardig is, dat na den bloeitijd de eerst zeer kleine kroonbladen dubbel zoo groot worden en zicli tegen het ook vergroote vruchtbeginsel leggen. Daardoor valt de geheele bloeiwijze wat in het oog. Volksnamen. Naar den groei op drogen zandgrond heeft de plant ver- schillende volksnamen gekregen, armoedje (Zuid-Limburg), armoe (Zuid-Beveland), hongerbloempje (Friesland, Twente), kommerbloempjes (Achterhoek), kommerkruid (Overijsel), magermannetje (Zuid-Limburg). Op de Noord-Veluwe heet zij aapjesmos, op Tholen grutjes. Voorkomen in Nederland en in Europa. De plant komt op droge zand- gronden in geheel Europa voor en is ook bij ons zeer algemeen. Zij be- hoort tot de het vroegst bij ons bloeiende planten. D


Size: 1155px × 1732px
Photo credit: © Bookive / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: 1900, 1909-11, archive, book, bookauthor, bookdecade, bookpublisher, booksubject, bookyear, drawing, heukels_hendrik_1854_1936, historical, history, illustration, image, leiden_n_v_boekhandel_en_drukkerij_voorheen_d_j_br, page, picture, plants, print, reference, vintage