. De flora van Nederland. Plants. Stellaria nemorum Fig. 162. S. némorum 1) L Bosch muur (fig. 162). Uit den wortelstok komt een, in het onderste deel meest vertakte sten- gel, die meest opstijgend, rond, bleekgroen en in de knoopen bleekrood is. Hij is naar boven dichter en kort klierachtig behaard. De onderste bladen zijn vrij lang gesteeld, de bovenste zittend. Alle zijn hartvormig-eirond, toe- gespitst, gewimperd. De bloemen zijn groot, wit en staan in arm- bloemige, gevorkte bijschermen. De schutbladen zijn kruidachtig. De bloemstelen zijn tamelijk lang, rechtopstaand, later verlengen zic


. De flora van Nederland. Plants. Stellaria nemorum Fig. 162. S. némorum 1) L Bosch muur (fig. 162). Uit den wortelstok komt een, in het onderste deel meest vertakte sten- gel, die meest opstijgend, rond, bleekgroen en in de knoopen bleekrood is. Hij is naar boven dichter en kort klierachtig behaard. De onderste bladen zijn vrij lang gesteeld, de bovenste zittend. Alle zijn hartvormig-eirond, toe- gespitst, gewimperd. De bloemen zijn groot, wit en staan in arm- bloemige, gevorkte bijschermen. De schutbladen zijn kruidachtig. De bloemstelen zijn tamelijk lang, rechtopstaand, later verlengen zich de stelen en zij zijn na den bloeitijd zeer lang en neergebogen. De kelkbladen zijn lancetvormig, onduidelijk ge- nerfd. De kroonbladen zijn tot over het midden gespleten met 2 van elkaar afstaande slippen, 3 a 4 maal zoo lang als de kelk. De doosvrucht is cylindrisch, bijna 2 maal zoo lang als de kelk (fig. 162). ^. 3-6 dM. Mei, Juni. De plant komt in uiterlijk wel wat met Malachium aquaticum overeen, doch is er, behalve door de 3 stijlen in de bloem, ook door de meer dichte en korte dan klierachtige beharing en door de gewimperde bladen van te onderscheiden. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Europa in beschaduwde, vochtige bosschen en kreupelhout voor, vooral aan beekjes. Zij is bij ons zeer zeldzaam en alleen op zandgrond, die aan rivierklei grenst, enkele malen ook op rivierklei gevonden. S. média-) Cyrillo. Muur (fig. 163). Uit den wortel komt een van den voet af sterk vertakte, liggende of opstijgende, ronde stengel, die langs ieder lid een rij haren draagt, welke met de rij op het vol- gende lid in stand afwisselt. De bladen zijn kort toegespitst, de onderste zijn vrij lang gesteeld, de bovenste zittend, aan de stelen en aan den voet gewimperd, overigens kaal. Zij zijn eirond. De bloemen zijn klein, wit en staan in einde- lingsche, ijle bijschermen. De schutblaadjes zijn kruidachtig. De kelkbladen zijn langwerpig, fijn toegespitst, teer behaard. D


Size: 1418px × 1763px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants