. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. eenen halven kring te vormen, met ile vleugels op het water te slaan en de visschen op ondiepe plaatsen te jagen, waar zij ze met hun keelzak opscheppen. Zij maken hun groot nest in het riet en leggen 2 witachtige eijeren. De pellikanen bewonen de heete en warme streken van den aardbol. Er zijn slechts 6 soorten van dit geslacht bekend. Bij den hruhien PMikaan, Pelecanus fiiscus, strekt zich de keelzak tot aan de tweede helft der onderzijde van den hals uit, hetgeen hem van alle overigen


. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. eenen halven kring te vormen, met ile vleugels op het water te slaan en de visschen op ondiepe plaatsen te jagen, waar zij ze met hun keelzak opscheppen. Zij maken hun groot nest in het riet en leggen 2 witachtige eijeren. De pellikanen bewonen de heete en warme streken van den aardbol. Er zijn slechts 6 soorten van dit geslacht bekend. Bij den hruhien PMikaan, Pelecanus fiiscus, strekt zich de keelzak tot aan de tweede helft der onderzijde van den hals uit, hetgeen hem van alle overigen onderscheidt. De kleuren van zijn vederkleed bieden, volgens den leeftijd, veel verschil aan. Hij broedt in het warme Noord-Amerika en Mexico, trekt echter zuidelijk tot Chili. — De gewone PMikaan, Pelecanus ouocrolalus, is kennelijk, doordien de vederen van het voorhoofd, op den grond van den bovenbek, in eenen min of meer puntigen hoek uitloopen. Zijn nek is van eene hangende kuif voorzien. De bek is rood aan de punt, voor het overige geel; de pnotiMi cii keelzak zijn geelachtig vleeschkleurig. Hij wnrdt in Zuid-oostelijk Europa, Westelijk Azië en geheel Afrika aangetroffen, en men vindt ook in Oost-Indië tot op de Sunda-eilanden zoodanige pellikanen, ofschoon zij er doorgaans een weinig kleiner schijnen te zijn. In Egypte gebruikt men den keelzak der pellikanen tot het hozen van water uit de schuiten, en in de T^evant om er tabakszakken uit te vervaardigen. — Bij eenige soorten strekt zich de naakte huid dei- teugels slechts tot aan den mondhoek uit, en de vederen van de vleugels en den rug zijn bij oude voorwerpen zeer smal en hebben zwarte schachten. Bij deze en al de volgende soorten vormt het met vederen bedekte gedeelte van het voorhoofd van voren eene dwarse regte, of zelfs een weinig uitgeholde lijn. Hiertoe behoort Pelecanus crispits, de grootste van alle soorten, en zeer kennelijk aan de smalle en min of meer gekiulde vederen van den kop en hals. Zijn keelzak


Size: 1674px × 1492px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, booksubjectbirds, bookyear1872