. Dan. Heinsii Lof-Sanck Van Iesus Christus, den eenigen end eeuwigen Son Godes. Met noodelicke Vytleggingen aenvvÿsende den gront van het out Christelick geloof, in den selven vervat . . 7/ ïemhpuiscekr, .Difsimulas fruflra: quis enim coelalperit ignem:Lumen ab indicioproditur ufquefuo. lek decke vaft den brandt, iek doe fêer wel mijn befte,Maer t is om niet gedaen, het komt doch uyt in t lefte:Hoe qualickift om doen in Venus bitter pij nTe toógen achJ eylaèsl een vroyelick aenfchijn?Het vier vonckt in niijh hert, ick mach my wel wat veynfên,In t aenficht blijckt nochtans, een vonck van mijn


. Dan. Heinsii Lof-Sanck Van Iesus Christus, den eenigen end eeuwigen Son Godes. Met noodelicke Vytleggingen aenvvÿsende den gront van het out Christelick geloof, in den selven vervat . . 7/ ïemhpuiscekr, .Difsimulas fruflra: quis enim coelalperit ignem:Lumen ab indicioproditur ufquefuo. lek decke vaft den brandt, iek doe fêer wel mijn befte,Maer t is om niet gedaen, het komt doch uyt in t lefte:Hoe qualickift om doen in Venus bitter pij nTe toógen achJ eylaèsl een vroyelick aenfchijn?Het vier vonckt in niijh hert, ick mach my wel wat veynfên,In t aenficht blijckt nochtans, een vonck van mijn gepeyjalcn, O onverberchlick vier, wat datmen doet oft laet, 1 Daerisaltijdt een vionckoft twee dieons verraet. 8. Xoji de ben amarporto törmenio. ,:Sic nobjijpes tft optima y caufa malL Den liefelicken fchijn van haer twee (choone oogenDie trecken my tot haer wanneer zyfïch vertoogen,Vertoogeh ah I eylaes. ick fchijne my te fijnVerloren, als ick beri van doorfaeck van mijn doorfaeck van mijn pijn woudick wel altijdt wefen,Als ick ben by t verderf, ioo fchijn ick te genefè vlieg rpntom het vier, ick blijf in eenen ftand


Size: 1906px × 1311px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorheinsius, bookcentury1600, bookdecade1610, bookyear1616