. Zinne-beelden der liefde, met puntdigten . draagt:En hadzy maar uw hart met eene vonk onftooken, Met eene tedre fchigt uw borft getroffen, t weetHet mededoogen had uw fierheid lang gebrooken,. En ik was noit geftortindit rampzalig leet;Rampzalig, want wie kan rampzaliger bedenken, Dan lyden zonder dat men weet waarom men ly t,Steels zugten, klaagen, en in traanen te verdrinken,. Waar mede een ander zig al fpottende dan myn hart, gy zy t tot droefheid tog gebooren, Ween zonder einde, want die fiere (welk een ftraf!)Ge waardigt zig niet eens uw klagten aan te hooren, En flaat als


. Zinne-beelden der liefde, met puntdigten . draagt:En hadzy maar uw hart met eene vonk onftooken, Met eene tedre fchigt uw borft getroffen, t weetHet mededoogen had uw fierheid lang gebrooken,. En ik was noit geftortindit rampzalig leet;Rampzalig, want wie kan rampzaliger bedenken, Dan lyden zonder dat men weet waarom men ly t,Steels zugten, klaagen, en in traanen te verdrinken,. Waar mede een ander zig al fpottende dan myn hart, gy zy t tot droefheid tog gebooren, Ween zonder einde, want die fiere (welk een ftraf!)Ge waardigt zig niet eens uw klagten aan te hooren, En flaat als fchuldig u, nog onverdedigt, ,. Kloris, wyl ik dan uw trots niet kan verzagtcn, Wyl myn regtvaarde zaak u niet ter harten gaat,Vaarwel,, ikfeheivanu, maar, wrecde, myne klagten Getuigen u genoeg hoeku door dwang dwang of niet ik moet u evenwel verlaaten, Door u alleen is my dit droevig lot bereit,En wy 1 my Liefde nog onnozelheid kan baaten Vaar wel dan Kloris ach! vaarwel in eeuwigheid. DE 259 DE LIEFDE STELT ONZE Als penningen waar meê men is gewoon te tellenNa t oordeel van die haar gebruikt, nu veel waardyEn dan heel weinig weer verbeelden, zoo zien wy Ons door de min dan hoog en dan heel laag weer ftellen»Dan zien we ons agten in de Liefde, dan verfmadn $En enkel komt dit van haar oordeel ons van daan» Kk* DE z6iDE LIEFDE STELT ONZE WAAUDY, Het is ligt te begrypen dat onze waardy in de Lief*de van dè Liefde zelf afhangt, vermits in de voor-gaande Zinnebeelden al is< aangemerkt, dat men al-les wat men bemint voor ichoon aanziet, en hiervandaan komt Het, dat de een dit en de ander dathooger agt, om dat de een dit en de ander dat bemint, hetgeen menigmaal het minfte van onze keur af hangt gelyk ikin de voorgaande Zinnebeelden ook heb aangehaalt; derhal-ven betigt de Satyr in de Paftor infido Att. 3. Sc: 1. De Vrou-wen hier mede buiten reden , en moeft de Liefde alleen defchuld gegeeven hebben van het geene hy haar met deeze woor-den te laft l


Size: 1338px × 1868px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookidzinnebeeldenderl02elge, booksubjectemblems, bookyear1732