. Album der Natuur. MERKWAARDIGE LICHTVERSCHIJNSELEN. 261 een rooden, daarna een gelen en vervolgens een blauwen straal even schuin op een zeer dik stuk gewoon glas deed vallen, zou men bij nauwkeurige waarneming kunnen zien, dat de roode straal het minst gebroken was, de gele wat meer, en de blauwe het meest van zijn weg was gevoerd. Men zegt daarom ook: rood licht is minder breek- baar dan blauw. In breekbaarheid volgt het gekleurde licht deze orde: bruin, rood, oranje, geel, groen, blauw, donkerblauw of indigo , violet, grijs; de laatste zijn dus het meest breekbaar, en zoo men nu dat ge- k


. Album der Natuur. MERKWAARDIGE LICHTVERSCHIJNSELEN. 261 een rooden, daarna een gelen en vervolgens een blauwen straal even schuin op een zeer dik stuk gewoon glas deed vallen, zou men bij nauwkeurige waarneming kunnen zien, dat de roode straal het minst gebroken was, de gele wat meer, en de blauwe het meest van zijn weg was gevoerd. Men zegt daarom ook: rood licht is minder breek- baar dan blauw. In breekbaarheid volgt het gekleurde licht deze orde: bruin, rood, oranje, geel, groen, blauw, donkerblauw of indigo , violet, grijs; de laatste zijn dus het meest breekbaar, en zoo men nu dat ge- kleurde licht, even als in fig. 3 is voorgesteld, uit het glas weder in de lucht deed treden, zou de straal EK (zie fig. 3) voor ieder dier kleuren op eene andere plaats buiten het glas te- recht komen. Wij zouden intusschen al zeer nauwkeurige mid- delen noodig hebben, om die meerdere breekbaarheid en die verandering van plaats te kunnen waarne- men. Om dit veel gemakkelijker te kunnen doen, geeft men het stuk glas een anderen vorm> en wel een, zooals fig. 4 voorstelt, die onder den naam van prisma bekend is. Wanneer men nu den licht- straal op het vlak A C F E laat vallen, en hem, na door het glas te zyn heengegaan, door het vlak C B D F weder in de lucht doet treden, dan loopt die uittredende straal niet meer, zooals in fig. 3 is voorgesteld, even- wijdig aan de richting, die hij het eerst nam, maar wijkt er sterk van af. In fig. 5 is dit geval getrouw voorgesteld. Hierin stelt de drie- hoek E D F eene doorsnede van het prisma in fig. 4 voor; E F en F D ^ zgn derhalve de zij- vlakken ACFE en C B D F, door welke de lichtstraal valt. Eerst is, bij het ont- werpen der figuur, A B als een inval- lende straal rood licht aangenomen; deze volgt dus in het gla- zen "prisma den weg B C, en daar buiten de richting C R; daarna is er ver- ondersteld dat A B violet licht was; dit volgt den weg B H V. Daar deze. Please note that these images are extracted from scanned page images t


Size: 1102px × 2268px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bhlconsortium, bookcollectionbiodiversity, bookcontributornatura