. Het Overvloeijend Herte : of Nagelatene Verzen . e derft aan in denboozen dag^ en alles verrigt hebbende^ ftaandeblyven. Staat dan^ wvoe lendenen omgord hebbendemet de zv aar held ^ en aangedaan hebbende dshorftwapen der^geregtigheid: En de voeten gefchoeid hebbende met bereid-heid des Euangeliums des vredes. Boven al aangenomen hebbende den fchilddes geloofs^ met welken gy alle vuurige pylendes boozen zult konnen uitblujfen. En neemt den helm der zaligheid^ en hetzwaard des Geeft es ^ het welk is Gods woord» Met alle biddlnge en fmeekinge^ biddendetot allen tyd in den geeft ^ en tot het zel


. Het Overvloeijend Herte : of Nagelatene Verzen . e derft aan in denboozen dag^ en alles verrigt hebbende^ ftaandeblyven. Staat dan^ wvoe lendenen omgord hebbendemet de zv aar held ^ en aangedaan hebbende dshorftwapen der^geregtigheid: En de voeten gefchoeid hebbende met bereid-heid des Euangeliums des vredes. Boven al aangenomen hebbende den fchilddes geloofs^ met welken gy alle vuurige pylendes boozen zult konnen uitblujfen. En neemt den helm der zaligheid^ en hetzwaard des Geeft es ^ het welk is Gods woord» Met alle biddlnge en fmeekinge^ biddendetot allen tyd in den geeft ^ en tot het zelvewaakende met alle geduurlgheid^ en fmeekingevoor alk de heiligen. I Pktr: II. vers ^ ik vermaane \_u] als inwoonersen vreemdelingen^ dat gy u onthoud van devleefelyke begeerlykheden, welke kryg voerentegen de ziele. En Kapittel V. vers 8. Zyt nugteren en waakt: want uw fegen-party de duivel gaat om als een briefchendeLeeuw ^ zoekende wien hy zoude ntogen ver-/linden, H 4 De laO Het OVERVLOEIJEND Propheeten en Onderzoekt de fchriften: want gy meendin dezelve bet Eeuwige keven te hehhen: endie zyn V dk van tnv getuigen. Joan: 35K op HERT Figuur Bezus! der Prophccten, Door wien de Goddclyke maacDer liefde Gods is vol gemecten,Op dat de Honger wierd verzaad. Joan: lil. vers 29. UI is de Bruid heeft is de Bruidegom ,maar de vrind des Bruidegoms ^ die (laaten hem hwrd^ verhlyd zig met blydfchap omde ffemme des Bruidegoms ^ zoo is dan dee-ze myne blydfcbap ver-juld ge-vjorden. Handel: III. vers 22-24. Want Mo fes heeft tot de vaderen gezegt^de lieer e uwe Goei zal u eenen Propheet ver-vjekken uit wjue broederen, g^h^ luy: dienzult gy hooren, in alles wat hy tot u fpree -ken zal. En het zal gefchieden, dat alle ziele diedeezen Propheet niet zal gehoord hebben, uit-geroeid zal worden uit den volke. En ook alle de Propheeten van Samull aan,en die daar na [ gevolgd zyn ] zoo veelen alserhebben gefproken, die hebben ook de


Size: 1461px × 1711px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookce, booksubjectemblembooksdutch