. De zeeën van Nederlandsch Oost-Indië. Oceanography; Coasts. De zee alS woonplaats (Oikumene) voor planten. 269 hoorn der bovenste helft vastgehecht aan de buikzijde der vorige cel. Ook ster- vormen komen voor; zoo werd door de Siboga een fraaie ster gevonden, welke was samengesteld uit exemplaren der Dinophysis miles en genoemd werd f. ag- gregata (Fig. 3). De Ccratiiim-sooTten met lange hoorns, welke hen het zweven vergemakke- lijken, vindt men in de hoogere, oppervlakkige lagen der zee, dan volgt de groote massa der Diatomei'n en eindelijk nog dieper de hoofdmassa der Peri- dinecn, die tot


. De zeeën van Nederlandsch Oost-Indië. Oceanography; Coasts. De zee alS woonplaats (Oikumene) voor planten. 269 hoorn der bovenste helft vastgehecht aan de buikzijde der vorige cel. Ook ster- vormen komen voor; zoo werd door de Siboga een fraaie ster gevonden, welke was samengesteld uit exemplaren der Dinophysis miles en genoemd werd f. ag- gregata (Fig. 3). De Ccratiiim-sooTten met lange hoorns, welke hen het zweven vergemakke- lijken, vindt men in de hoogere, oppervlakkige lagen der zee, dan volgt de groote massa der Diatomei'n en eindelijk nog dieper de hoofdmassa der Peri- dinecn, die tot in de schaduwflora reiken; kleurlooze Peridinei-n komen nog veel dieper voor. Al behooren de Coccolithophorideën tot de uiterst kleine organismen, die in zee leven, zoo zijn zij belangrijk wegens de rol, die deze kleine wezens in de ontwikkeling der aardkorst hebben gespeeld, en het is wel de moeite waard bij hunne geschiedenis een oogenblik stil te staan. In 1836 ontdekte Ehrenberg „Coccolithen" in het krijt en hield deze kalk- plaatjes voor anorganische elementen. Twintig jaren later konden Huxley en Wallich bewijzen, dat Coccolithen ook in de tegenwoordige zeeën voorkomen, en in 1865 toonde Wallich aan, dat Cocco- lithen de pantserplaten zijn van planktonische organismen, de Coccolithophoridae. Deze Cocco- lithen vormen, niettegenstaande hunne geringe grootte, van 1—12 (, uitgebreide afzettingen in vroegere aardlagen, men vindt hen zelfs in het cambrium terug en in het kalkhoudend slik der tegenwoordige zeeën ontbreken zij nergens, behalve in de Poolzeeën. Twee ge- slachten zijn tot heden het meest bekend, Coccolithophora en Rhabdosphaera. De eerste heeft ovale plaatjes van geen bizondere aan- hangsels voorzien; bij Rhabdosphaera draagt elk plaatje een knotsvormig of trechtervormig uitsteeksel. De Coccolithophorideën vermeer- deren zich door deeling, die waarschijnlijk volgens LoHMANN 's nachts plaats heeft. Vol- gens verschillende gegevens zijn de Coccol


Size: 1252px × 1996px
Photo credit: © Paul Fearn / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1920, booksubjectcoasts, bookyear1922