. Stichtelyke zinnebeelden gepast op deugden en ondeugden : in LVII tafereeelen vertoont . kint, ik moet u heden Ieeren,Hoe gy uw domme jeugt zult mogen hier, fta nevens my, en let op dit geval,Dat ik u tot bericht voor oogen (tellen , waar de gladde flang den kop weet in te dringen,Daer weetze ftraks het lyf ten vollen in te vry, let op het (luk: het hooft bereit de baan,En waar dat ingang krygt, daar is geen houwen alle flim bejagh, in alle quade zaken,Moet eene teedre ziel den aanvang leeren , lieve, weer, en wied, en dood het booze kruit,


. Stichtelyke zinnebeelden gepast op deugden en ondeugden : in LVII tafereeelen vertoont . kint, ik moet u heden Ieeren,Hoe gy uw domme jeugt zult mogen hier, fta nevens my, en let op dit geval,Dat ik u tot bericht voor oogen (tellen , waar de gladde flang den kop weet in te dringen,Daer weetze ftraks het lyf ten vollen in te vry, let op het (luk: het hooft bereit de baan,En waar dat ingang krygt, daar is geen houwen alle flim bejagh, in alle quade zaken,Moet eene teedre ziel den aanvang leeren , lieve, weer, en wied, en dood het booze kruit,Eer dat het verder ga, en eer het wyder boom, die ons bedekt, en nu begint te bloejen,Was maer een enkel rys, toen hy begon te groeien:En nog-al walt hy voort, en zoo hy langer ftaat,Zult gy zyn vruchten zien, en in de vrucht het dan, die zyt geneigt om in de tucht te leven,Wacht u van aan het quaat den eerften voet te valt helaes, hy vak tot in den vuilen lult,Die van den eerften af de vonken niet en bluft. D E ZINNEBEELDEN, AAP. Lief baart De fnoodc Sim, die zaam gedrongen Door zotte drift, die t hert ontfloot,Haar fpeelpop , eenen tweelingsjongen , Te berfte troetelt in haar fchoot,Leert, hoe de dwaaze moederliefde, Die al te onmatig flreelt en vleit,Haar kindren, fchoon t haar Ega griefde1, Bederft, door weelde en dertelheid :Tot zy int end met fchande en fchade,Haar laffe zugt beklaagt te fpade. Ge< ti4 HOUBRAKENS] XXVIII. ZINNEBEELT. GElyk de goede opvoeding en tucht (als Seneca zeit)de zeden en manieren maken ; zoo geeft in tegen-deel de quade opvoeding voet tot alle ongebonden-heit en eindelyk bederf. Wy hebben het wyfje van den Aap daar toe tenZinnebeelt geftelt. Dit krygt gemeenlyk twee jon-gen, die het den eenen voor tegen haarborft, den an-deren achter op den rug alzins met zich torit. t Eenejong dat zy van vooren altyd befchout, heeft zy zooovermatig en verzot lief, dat zy het dik wils tuflehende pooten , of tegens h


Size: 1604px × 1558px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorbritgezinefl169817, bookdecade1720, booksubjectemblems