. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. Fig. 315. Sémèn kaloeng (no. 24 op blz. 214). Fig. 316 Sëmen djlëngoet (no. 26 op blz. 215). dingen. Het gewone patroon: sëmèn djlëngoet vertoont evenals bijna alle andere sémèn-patronen, tal van gebogen lijnfiguren (sëmèn-kenteekenen). 27. Sëmèn tjonil latar irë onil = op-en-neer-springen. Ranken met soga-kleurige, driehoekige bladeren, die aan één zijde een blauwen, wit-bestippel-den rand hebben. Ook: veervormige, zich krullende, lange bladeren, en schakels van ellipsvor-mige bladeren. Hier en daar een 1 a r lm i r o n g-kenteeken).
. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. Fig. 315. Sémèn kaloeng (no. 24 op blz. 214). Fig. 316 Sëmen djlëngoet (no. 26 op blz. 215). dingen. Het gewone patroon: sëmèn djlëngoet vertoont evenals bijna alle andere sémèn-patronen, tal van gebogen lijnfiguren (sëmèn-kenteekenen). 27. Sëmèn tjonil latar irë onil = op-en-neer-springen. Ranken met soga-kleurige, driehoekige bladeren, die aan één zijde een blauwen, wit-bestippel-den rand hebben. Ook: veervormige, zich krullende, lange bladeren, en schakels van ellipsvor-mige bladeren. Hier en daar een 1 a r lm i r o n g-kenteeken). 28. Sëmèn dèmpèt latar poetih. Dèmpèt = tegen elkander aan. Waarop dit woord moet slaan, is uitdeteekening niet duidelijkte zien. Groote dubbele lars fmirong-kenteekenen) tusschen ranken van bloem en blad, met hier endaar een groot bloem-motief. Hier en daar ook huis-afbeeldingen. 2I5 2Q. Sëmèn klèwèr latar poetih. Klè wèr = het los slingerend of sleepend neerhangen van een touw, draad, enz. Op het soga-kleurig bekrulde v
Size: 1411px × 1772px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912