. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 4. POLYPODIACEAE. 227 meestal kale niiddennerf, van de tweede door de veel kleinere bladslippen en de niet stekclpuntJKe tanden. Van P. Thelypteris eindelijk is zij te onder- scheiden door den vorm der vruchtlioopjes en de insnijdinj.^ der bladen. De variëteit f^. fissidens ') Milde (Atliy'riuni tri'fidns-') Roth.) heeft grootere, tot 1 M lange, teere, dubbel gevinde bladen met vinspletige blaadjes 2*^ orde, terwijl de slipjes van deze aan den top 2-3-tandig zijn. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze plant komt in geheel Europa in beschaduwde, vo


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 4. POLYPODIACEAE. 227 meestal kale niiddennerf, van de tweede door de veel kleinere bladslippen en de niet stekclpuntJKe tanden. Van P. Thelypteris eindelijk is zij te onder- scheiden door den vorm der vruchtlioopjes en de insnijdinj.^ der bladen. De variëteit f^. fissidens ') Milde (Atliy'riuni tri'fidns-') Roth.) heeft grootere, tot 1 M lange, teere, dubbel gevinde bladen met vinspletige blaadjes 2*^ orde, terwijl de slipjes van deze aan den top 2-3-tandig zijn. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze plant komt in geheel Europa in beschaduwde, vochtige bosschen voor. Zij is bij ons algemeen, de var. ,'5. is bij Nunen (N. Br.) gevonden. Volksnamen. Behalve wijfjesvaren heet de plant reinvaar in Zuid-Limburg en in het Land van Hulst pannekoekjes. 7. Scolopéndrium 'â 'â ) Sm. S. vulgare') Sm. (S. officinarum'') Sw., S. Scolopéndrium Karst.) Tong- varen (fig. 136). Deze plant heeft een bijna vertikalen, korten, dikken wortelstok. De bladen staan spiraalvormig, zijn kort gesteeld, langwerpig-lancetvormig, toegespitst, boven den diep, min of meer scheef, hartvormigen voet vaak iets vioolvormigsamengetrokken, gaafrandig, vaak aan den rand iets gegolfd. De bladsteel heeft 2 centrale, in dwarsdoorsnede halvemaan- vormige vaatbundels, die de gewelfde zijden naar elkaar keeren. Hij is, zoowel als de onder- zijde der middennerf (soms ook de bovenzijde), met bruine, bijna haarachtige schubben bezet. De bladen blijven des winters groen. De sori zijn groot, liggen paarsgewijze dicht bijeen, het eene aan den voorsten tak van een secundairnerf, het tweede aan den achtersten tak van een volgende. Zij keeren de vrije randen hunner vliesjes naar elkaar (fig. 136) en zijn breed lijnvormig. Zij ontbreken gewoonlijk in het onderste deel van het blad. 2\.. 1,5-3 dM. Juli, Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt aan vochtige rotsen, oude muren en in putten in geheel Europa voor. Zij is bij ons zeldzaam gevonden.


Size: 1431px × 1745px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants