. De flora van Nederland. Plants. Gentiana campestris Fig. 65. ingesneden, de 2 buitenste slippen zijn breed, bladachtig, elliptisch, breeder dan de bloemkroon en bedekken de 2 binnenste. De bloemkroon- buis is buis-trechtervorniig, iets violet, zelden geel- achtig-wit, ongeveer 3 cM lang, met 4 eironde, stompe slippen, aan de keel gebaard. Destempels zijn naar buiten omgekruld. De doosvrucht is bijna zittend (fig. 65). O. 2,5 mM-2 dM. Augustus— October. Bij deze soort en bij G. Amarella is seizoen- dimorphisme waargenomen, zoodat men een zomer- en een herfstvorm onderscheidt. Bij de eerste zi


. De flora van Nederland. Plants. Gentiana campestris Fig. 65. ingesneden, de 2 buitenste slippen zijn breed, bladachtig, elliptisch, breeder dan de bloemkroon en bedekken de 2 binnenste. De bloemkroon- buis is buis-trechtervorniig, iets violet, zelden geel- achtig-wit, ongeveer 3 cM lang, met 4 eironde, stompe slippen, aan de keel gebaard. Destempels zijn naar buiten omgekruld. De doosvrucht is bijna zittend (fig. 65). O. 2,5 mM-2 dM. Augustus— October. Bij deze soort en bij G. Amarella is seizoen- dimorphisme waargenomen, zoodat men een zomer- en een herfstvorm onderscheidt. Bij de eerste zijn de stengelbladen stomp, bij de tweede spits. Een nader onderzoek zal nog moeten uitmaken of beide vormen ook bij ons voorkomen. Biologische bijzonderheden. De bloem is aan den ingang der bloemkroonbuis door naar binnen gerichte haren zoo gesloten, dat vliegen en kleinere insecten er niet in kunnen kruipen, terwijl de honig beschut is tegen regen, doordat de bloem zich dan sluit. Alleen hommels en vlinders kunnen den honig bereiken. De bloemen (fig. 66) schijnen protrandisch te zijn. Bij het opengaan zijn de helmknopjes opengespron- gen met de met stuifmeel bedekte zijde naar boven, zoodat de hommelkop er tegen aan komt. in oudere bloemen staan de stempels tusschen de haren en kunnen dus stuifmeel uit jongere bloemen ontvan- gen. Ook bij deze soort verlengt zich de bloem- kroonbuis tijdens den bloeitijd. Daardoor worden de op die buis ingeplante meeldraden mee naar boven geheven en komen tegen de zijranden der stempels te liggen, zoodat dan zelfbestuivingmoge- lijk is, wat vooral van belang is, als de bloem- kroon door voortdurend regenachtig weer gedurende de bloeidagen gesloten is gebleven. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op droge, zonnige plaatsen in heuvel- achtige en bergstreken, vooral in Midden- en Zuid- Europa voor. Bij ons is zij vrij zeldzaam gevonden en alleen in de duinen, op den Sint-Pietersberg bij Maastricht en op een paar plaatsen ten Zuid


Size: 1370px × 1823px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants