. De flora van Nederland. Plants. 222 — POLYPODIACEAE. — FAMILIE 4, eerst bij strengen vorst af en blijven in zaclite winters wel tot het voor- jaar staan. De vruchthoopjes zijn vrij groot {V o mM), niet talrijk, staan dicht bij de middennerf en alleen op de voorste gaffeltakken der zijnerven, doch raken ten slotte elkaar wel aan, maar vloeien niet samen, zij bedekken nauwelijks - g der slippen. Het dekvliesje is blijvend. 1).. 3—12 dM. Juli, Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland en gebruik. De plant komt in bosschen en aan hellingen in geheel Europa voor en is bij ons algemeen. De jon
. De flora van Nederland. Plants. 222 — POLYPODIACEAE. — FAMILIE 4, eerst bij strengen vorst af en blijven in zaclite winters wel tot het voor- jaar staan. De vruchthoopjes zijn vrij groot {V o mM), niet talrijk, staan dicht bij de middennerf en alleen op de voorste gaffeltakken der zijnerven, doch raken ten slotte elkaar wel aan, maar vloeien niet samen, zij bedekken nauwelijks - g der slippen. Het dekvliesje is blijvend. 1).. 3—12 dM. Juli, Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland en gebruik. De plant komt in bosschen en aan hellingen in geheel Europa voor en is bij ons algemeen. De jonge bladen zijn zwak giftig. De bladknoppen rieken bij het fijnwrijven naar bittere amandelolie. De onderaardsche deelen worden als wormdrij- vend middel gebruikt, vooral vroeger om lintwormen te verdrijven. Volksnamen. Behalve mannetjesvaren heet de plant in Overijsel en Gel- derland boschvaren, in Groningen adderroet, in het Land van Hulst pan- nekoeken. P, cristatum 1) Roth. (Aspidium cristatum Sw.) Kam varen (fig. 129). Deze soort heeft een dikken, schuinen wortelstok. De bladen zijn afne- mend gevind, naar den voet weinig versmald. De bladsteel heeft 5 ronde, peripherische vaatbundels (2 boven, 3 beneden) en is omstreeks even lang als de lichtgroene, iets stijve, smal langwerpige bladschijf, hij is beneden met lichtbruine, boven, evenals de middennerf van het blad, met enkele ver- spreide schubben bezet. De blaadjes zijn stomp, staan afwisselend of de onderste tegenoverstaand. j^_^,, ^ De onderste zijn gesteeld, vindeelig met dicht ^pi^ |||| opeenstaande slippen. Het onderste paar blaadjes of de 2 onderste paren staan verder af, zijn uit hartvormigen voet driehoekig met circa 5 slippen, Poiystichum cristatum dc boveustc blaadjes zijn langwerpig, vinspletig. Fig. 129. De slippen zijn stekelpuntig getand. De sporendragende bladen zijn langer en smaller, zij staan stijf rechtop, de onderste blaadjes hebben meest geen vruchthoopjes, de overige staan horizontaal, met de ru
Size: 1484px × 1684px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants