. Hof-gedachten, dat is, invallen, by gelegentheyt oft op't gesichte van boomen, planten, bloemen, kruyden, en diergelijcke aerdt-gewassen, verweckt, in't Buyten-leven . acht men in t gemeen de nutte vonden heeft een geeftigh hooft eens weten uy t te rechten ;Dies zijn , door fijn beleyt, de winden onfe knechten, En is et niet genoegh, fielt hier het water by , Dat is oock voorde menfch een flage vliet door haren ftroom, doet groote raders draeyen,En foo doet oock de wint, als die beflaet te waeyen: De wint noch boven dat, die faeght oock dickmael hout, Daer van men Slote
. Hof-gedachten, dat is, invallen, by gelegentheyt oft op't gesichte van boomen, planten, bloemen, kruyden, en diergelijcke aerdt-gewassen, verweckt, in't Buyten-leven . acht men in t gemeen de nutte vonden heeft een geeftigh hooft eens weten uy t te rechten ;Dies zijn , door fijn beleyt, de winden onfe knechten, En is et niet genoegh, fielt hier het water by , Dat is oock voorde menfch een flage vliet door haren ftroom, doet groote raders draeyen,En foo doet oock de wint, als die beflaet te waeyen: De wint noch boven dat, die faeght oock dickmael hout, Daer van men Sloten fticht, en fchoone kamers wat men dickmaels fiet, dat hoort men weynigh achten•#Dies wert een Prins geleert, fïch des te moeten wachten. Veelluyden wel geleert in faken van den Staet,. Die geven over-alaen Vorfien defen raet :Maer fbo de jonge liên hier op mijn oordeel vraeghden,Soo gaef ick defè les aen al de jonge Maeghden: Hoort Vrijfters, fboje wilt doen achten uwen flaet,, Weeftfedighx waerje^ijt,. XLVIII. # 110 Invallende Gedachten X L VII. Op t gefokte vw een kout, dat in t midden brandt, en op t ejnde water Bywelckegelegentheyt Maria Magdalena, pf een ander boetveérdigh fondaer, offondareffe, mach verftaen worden aldus te fpreken: F Ck fit hier aen den heert, ick fie het brandt-hout gloeyen,■*■ Ick fie dat uyt een block geftage tranen vloeyen; Ick fie het met verdriet, doch echter met vermaeck , En fegge tot my fèlfs: Siet daer ons eygen t niet een wonder dingh, het vuur kan water geven,Het wort er uyt geperft , of krachtigh uytgedreven, En op voorvallende gekgenthedm. En van dit feltfaem werck wift ick de reden niet,Voor dat et even my ten leften is die in geyle vreught, voor delen, plagh te mallen ,Laet nu, met droeven geeft, mijn tranen nedervallen,Hetlidt, dat eertijts gaf een ingang tot de luft,Geeft nu een heylfaem vocht, dat vuyle tochten bluft,k En wil geen vliegend oogh na defen meer
Size: 1816px × 1377px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorcatsjac, bookcentury1600, bookidhofgedachtendati01cats
