. De leermeester der zeden, vertoond in Horatius zinnebeelden, lierzangen, enz., Lof van 't landleven, en Bespiegeling op 't leven der menschen, verbeeld in de vier getyden des jaars. Met veele uitmuntende verzen vermeerderd . EN W/eed by nay Heer , en leidt my in u wegen, Tot al myn doen, verleen my uwen zegen. Wilt my doch in t verftand, ó Heer! verligten f Maakt my altyd bequaam tot myne pligten, Geeft, Heer , dat ik u wil wel weet, en wel betragt, En dat ik uwe wet voldoe na myne kragt. Werkt, Heer, in my opregt berouw van zonden,Waar door k voor u , zoo fchuldig was t lyden


. De leermeester der zeden, vertoond in Horatius zinnebeelden, lierzangen, enz., Lof van 't landleven, en Bespiegeling op 't leven der menschen, verbeeld in de vier getyden des jaars. Met veele uitmuntende verzen vermeerderd . EN W/eed by nay Heer , en leidt my in u wegen, Tot al myn doen, verleen my uwen zegen. Wilt my doch in t verftand, ó Heer! verligten f Maakt my altyd bequaam tot myne pligten, Geeft, Heer , dat ik u wil wel weet, en wel betragt, En dat ik uwe wet voldoe na myne kragt. Werkt, Heer, in my opregt berouw van zonden,Waar door k voor u , zoo fchuldig was t lyden, Heer, en t bloed van uwen Zoon,Maakt my van al myn zonden rein en my, óHeer!dat aan myn evenmenfcheZoo veel goeds doe, als voor myn zelve wenfche. Wel zalig, Heer, is die op uw betrouwd,Geef dat myn ziel op u haar hope bouwd. Myn Heer, myn God, fchikt alles voor mywel, k Betrouw op u, op u myn hoope ( Hebbe zoo veel goeds, ö Heer, van u ontfangen,Zal nu het Zalig deel verwagten met verlangen. t Is zeker dat wanneer het Harte is vol DeugdiDan is de Ziel vernoegd ! dan is de Geeft verheugd!Ja, dan gaat niets op aard, dat zoet vermaak te bovenDat onze Ziele vind, in haaren GOD te loven. S MEN- ^a*fc. Op de voor/laande Prent* IK zink in ootmoed voor u neer,BeJy myn fchuFd, myn God, myn Heerl:En vloek -de looze flangetong,iDie graag zich in myn boezem drong.•Bedauw dan, 6 oneindig goediMyn eerlyk hert; geef dat myn op s werelds ydelheên,JDoor rein geloof mag dieper treên;En Kelk en Kruys van bitter leedNooit quetzen myn oprecht geweet*Geef, dat al t aardfche eens mag vergaan,JLn deugd alleen myn grond beflaan. C. de Wit Iz. Matth. XXVI. 14. Waakt en bidt, opdat gyniet in verzoekinge komt; de geeft is wel gewü>lig, maar het vleefch is zwak» Luc. XI. 4. Leid ons niet in verzoekinge. -— XXII. 31, 32. Simon, de Satan heefc uzeer begeerd, om te ziften als de tarwe; maarik heb voor u gebeden, dat uw geloof nie*éphpude. S MENSCHEN LEVEN Van de


Size: 1268px × 1971px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1700, bookiddeleermeesterder00jan, booksubjectemblems