. Album der Natuur. 102 COPERNICUS EN KEPLEK. zij terugloopend, en dit duurt tot half Maart 1872. Gedurende dien tijd bevindt zij zich bestendig tusschen de sterrenbeelden de Tweelingen Kg. 1. Castor. Aldebaran Bcllett/'luJ en de Kreeft en verandert weinig van plaats. Met half Maart wordt zij weder rechtloopend en beweegt zich door het sterrenbeeld de Kreeft tot naar het sterrenbeeld de Leeuw. In November komt zij in de nabijheid van de heldere ster Regulus in den Leeuw, en beweegt zich dan met afnemende snelheid nog eenigen tijd voorwaarts in den Leeuw, totdat zij, in het laatst van November,


. Album der Natuur. 102 COPERNICUS EN KEPLEK. zij terugloopend, en dit duurt tot half Maart 1872. Gedurende dien tijd bevindt zij zich bestendig tusschen de sterrenbeelden de Tweelingen Kg. 1. Castor. Aldebaran Bcllett/'luJ en de Kreeft en verandert weinig van plaats. Met half Maart wordt zij weder rechtloopend en beweegt zich door het sterrenbeeld de Kreeft tot naar het sterrenbeeld de Leeuw. In November komt zij in de nabijheid van de heldere ster Regulus in den Leeuw, en beweegt zich dan met afnemende snelheid nog eenigen tijd voorwaarts in den Leeuw, totdat zij, in het laatst van November, stilstaande wordt en dan weder eene terugloopende beweging aanneemt. Dat wij dezen schijnbaren loop aan het hemelgewelf kunnen voor- zeggen , hebben wij aan de wetenschap te danken, en wij zullen straks zien, hoe de ontdekking van copernicus daartoe aanleiding gaf. Vroe- ger moest men zulks door waarnemingen bepalen, en het is licht in te zien, hoezeer deze onregelmatige beweging zich onderscheidt van de meer regelmatige bewegingen, die men bij de zon en de maan kon opmer- ken, en hoe moeielijk het moest vallen, zich van al deze onderling zoo zeer verschillende bewegingen behoorlijk rekenschap te geven. Het was ongeveer 150 jaar voor onze tijdrekening, dat Ptolemaeus in een door hem gesteld werk, dat de Arabieren later met Almagestum of het groote werk betitelden, eene verklaring poogde te geven van de inrichting van het heelal. Volgens zijn stelsel is de aarde in het midden geplaatst, en rondom haar bewegen zich in cirkelvormige banen: de Maan, Mercurius, Venus, de Zon, Mars, Jupiter en Saturnus, alle wereldlichamen, die men, zoowel om hun eigenaardig licht als om hunne bijzondere bewegingen, van de vaste sterren had leeren onderscheiden. Rondom deze banen, wier grootte of uitgestrektheid hij onbepaald. Please note that these images are extracted from scanned page images that may have been digitally enhanced for readability - coloration and appearance of these illustrations m


Size: 2333px × 1071px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bhlconsortium, bookcollectionbiodiversity, bookcontributornatura