. De flora van Nederland. Plants. Najas major Fig. 255. is en in 1-4 korte, bruine stekeltanden uitloopt. Door het zwellen van den helmknop scheurt deze in onregelmatige lobben, die zich terugslaan. Het binnenste bloembekleedsel is met den helm- knop vergroeid en springt met dezen met 4 omge- rolde kleppen open. De helmknop is 4-hokkig en springt met 4 overlangsche spleten open. De vrouwelijke bloemen zijn zittend en hebben een korten stijl met 3 stempels (fig. 255). De vrucht is langwerpig-eirond, vrij groot (4-5 mM lang, 2 mM breed), bijna glad, meest alleen aan den voet met een korte kiel,


. De flora van Nederland. Plants. Najas major Fig. 255. is en in 1-4 korte, bruine stekeltanden uitloopt. Door het zwellen van den helmknop scheurt deze in onregelmatige lobben, die zich terugslaan. Het binnenste bloembekleedsel is met den helm- knop vergroeid en springt met dezen met 4 omge- rolde kleppen open. De helmknop is 4-hokkig en springt met 4 overlangsche spleten open. De vrouwelijke bloemen zijn zittend en hebben een korten stijl met 3 stempels (fig. 255). De vrucht is langwerpig-eirond, vrij groot (4-5 mM lang, 2 mM breed), bijna glad, meest alleen aan den voet met een korte kiel, naar weerszijden versmald, gekroond door de rest van den stijl, licht grijs- geel tot bruinachtig. De zaadhuid bestaat uit een steenlaag, die uit verscheiden cellagen is samen- gesteld. 0. 5-50 cM. Juni-Augustus. Biologische bijzonderheden. De plant is geheel ondergedoken en vormt op den bodem van stil- staande of langzaam stroomende wateren soms geheele weiden onder water, die gevormd worden door de veelvuldig vertakte, lange en dunne, bladdragende stengels van dit gewas. Dit sterft van onderen af en verdeelt zich dus spoedig in een aantal verschillende individu's. Naar boven zijn de leden korter en daardoor staan daar de bladen schijnbaar in bundels. Landvormen zijn onbekend. De stuifmeelkorrels in de helmknopjes zinken in het water en worden door de stempels van de vrouwelijke bloemen opgevangen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in het grootste deel van Europa, behalve in Noord-Rusland en Skandinavië voor. In Engeland zijn slechts een paar vindplaatsen be- kend. Zij komt bij ons zeer zeldzaam voor. Volksnaam. In Friesland heet de plant baar- zenwier. N. minor 1) All. (Caulinia-) fragilis O Willd.). Klein nimfkruid (fig. 256). Deze plant is veel teerder, heeft smallere bla- den en is over het geheel kleiner dan de vorige. Zij is donkergroen en vooral in gedroogden toe- stand zeer bros. De stengel is ongestekeld, dun (niet eens 1 mM dik), met beneden tot 5 c


Size: 1450px × 1723px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants