. De flora van Nederland. Plants. Orchis fusca Fig. 515. 0. füsca') Jacq. (O. piirpi'irea'-') Hiids). Bruine orchis (t\r. 515). Deze plant is zeer krachtij^^ en bijna onbehaard. Zij heeft onj^edeelde, ovale of eironde, ^roote knollen en een rechtopstaanden stengel, die meest purperkleurig is aangeloopen. De bladen zijn van boven iets kort behaard, de onderste zijn zeer groot, langwerpig, spits, aan den top niet kapvormig samengetrokken, van boven sterk glanzend, van onderen lichter. De hoogere stengelbladen omhullen den stengel scheedeachtig. De aar is zeer groot, veelbloemig, dicht, eerst keg


. De flora van Nederland. Plants. Orchis fusca Fig. 515. 0. füsca') Jacq. (O. piirpi'irea'-') Hiids). Bruine orchis (t\r. 515). Deze plant is zeer krachtij^^ en bijna onbehaard. Zij heeft onj^edeelde, ovale of eironde, ^roote knollen en een rechtopstaanden stengel, die meest purperkleurig is aangeloopen. De bladen zijn van boven iets kort behaard, de onderste zijn zeer groot, langwerpig, spits, aan den top niet kapvormig samengetrokken, van boven sterk glanzend, van onderen lichter. De hoogere stengelbladen omhullen den stengel scheedeachtig. De aar is zeer groot, veelbloemig, dicht, eerst kegelvormig, later cylindrisch, tot 1,5 dM lang. De schutbladen zijn zeer kort, schubvor- niig, eirond, spits, lichtviolet, aan den voet donkerder, vele malen korter dan het vrucht- beginsel en eennervig. De bovenste bloemdek- bladen (fig. 515) neigen tot een spitse helm samen, die van buiten rosé, donkerpurper ge- vlekt of geheel zwartpurper, van binnen groen- achtig wit en purper gevlekt is. Deze bloem- dekbladen zijn aan den voet verbonden, de buitenste zijn breed eirond, kort toegespitst, zelden stompachtig, 3-nervig, de zijdelingsche buitenste zijn korter en vrij wat smaller, lijn-lancetvormig, toegespitst of bijna spatel- vormig. De lip is 3-spletig, langer dan de buitenste bloemdekbladen, wit of lichtpurper, donkerder geaderd, van boven met donkerpurperkleurige, penseelvormige haarbundeltjes als bestrooid. De middenslip is geleidelijk naar den top verbreed en is tweelobbig, meest met een tusschentandje. De zijslippen zijn lijnvormig, afstaand, de middenslip is wel 4-6 maal zoo breed. De lobben van deze zijn langwerpig, afgeknot, meest iets getand. De spoor is cylindrisch, omstreeks half zoo lang als het vruchtbeginsel, aan den top vaak verdikt of uitgerand. Het vruchtbeginsel isrolrond, soms zwak violet aangeloopen. Het zuiltje is stomp. 4- 3-7,5 dM. Mei, Juni. Deze soort is de grootste der Orchissoorten, zij heeft, vooral in ge- droogden staat, een sterken cumarinegeur.


Size: 1413px × 1769px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants