. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. jl zijne vrouw zich verplichtte als huisbewaarster en naaister werk-zaam te zijn. De Proveniershuizen, waarvan vele ook nog buiten wonende kost-h aaiders hadden, bestonden evenals de Hofjes — op vele plaatsen werdenook zij Hofjes genoemd — uit een groot bloem- en bleekhof met huisjesomzet, dikwijls met eene afzonderlijke eetkamer, eigen bakkerij en brouwerij,onder het bestuur van eene overmaagd of moeder, die met haar onder-maagd, haar koekmeyd en bediendens van de keuken, t geheel beheerde,onder toezicht van beraders of regen


. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. jl zijne vrouw zich verplichtte als huisbewaarster en naaister werk-zaam te zijn. De Proveniershuizen, waarvan vele ook nog buiten wonende kost-h aaiders hadden, bestonden evenals de Hofjes — op vele plaatsen werdenook zij Hofjes genoemd — uit een groot bloem- en bleekhof met huisjesomzet, dikwijls met eene afzonderlijke eetkamer, eigen bakkerij en brouwerij,onder het bestuur van eene overmaagd of moeder, die met haar onder-maagd, haar koekmeyd en bediendens van de keuken, t geheel beheerde,onder toezicht van beraders of regenten, waarvan een tevens rent- ofpenningmeester was. Bij zomerweer zag men de oudjes zitten, hetzij op hun eigen huis-bank in den hof, hetzij op eene lange bank vóór het gesticht onder eentegen den vóórgevel aangebracht afdak, zooals men dit nog bij hetHeilige Geest Hospitaal te Lübeck kan zien. Verdere Liefdadigheidsinriehtingen. Behalve de genoemde inrichtingen had men in enkele Steden ooknog Aelmoezeniers- of Huiszitten-huvsen, alwaar de Aelmoezeniers,. Afb. N°. 284. t Aelmoesseniers Huys te Amsterdam. de Meesters der Huiszitten-armen op bepaalde dagen in de week uitdee-lingen hielden van eetwaren, kleeding en brandstoffen aan de daartoeingeschreven armen. 184 VERDERE LIEFDADIGHEIDSINRICHTINGEN. In eene eigen bakkerij, althans in het in 1672 nieuw gebouwdeNieuwe Zijds Aalmoeseniershuis te Amsterdam, werd in drie ovenshet noodige brood gebakken, in een groot vertrek, het boterhuys, deboter behoorlijk afgewogen en verdeeld, in een overwelfd vertrek, hetgeld, de papieren en effecten van het Huys bewaard, dat op eigenkoren- en kaaszolders en verder in pakhuizen zijn voorraden borg,en tevens beschikte over verschillende woningen, die aan bedaagdeweduwen en maagden kosteloos werden afgestaan, terwijl in het huisouderlooze en verlaten kinderen en ook vondelingen werden opgenomen,zie afb. N°. 285. „Op beedelen met gesonden lijve stond in vele Steden geeselstraf,en om dit


Size: 1965px × 1271px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture