. Het overvloeijend herte, of nagelatene verzen . ^Is de Godloozs menfe flerft vergaat zymverwagtinge: zelfs is de allerfierkfle hoopt^jergaan. Spreuk; XI. vers 7 Op H E R T E. 75 Op Figuur XXI. JL/us word de vafte grond diep verborgen voor onze oogen; Maar de arme mens zoo met een Toover-geefl bedrogen. Zet zyn gebouw van Eeuwig (laan. Op loiTen grond van ydlen waan. Spreuk: XVI. vers 25. D aar is een zveg die iemand regt fchynd:maar het laatfte van dien zyn wegen desdoods, Jesa: XXIX. vers 13 en 14. IFant de Heer heeft gezeid: daarom datdit volk [tot mf\ naderd met zy


. Het overvloeijend herte, of nagelatene verzen . ^Is de Godloozs menfe flerft vergaat zymverwagtinge: zelfs is de allerfierkfle hoopt^jergaan. Spreuk; XI. vers 7 Op H E R T E. 75 Op Figuur XXI. JL/us word de vafte grond diep verborgen voor onze oogen; Maar de arme mens zoo met een Toover-geefl bedrogen. Zet zyn gebouw van Eeuwig (laan. Op loiTen grond van ydlen waan. Spreuk: XVI. vers 25. D aar is een zveg die iemand regt fchynd:maar het laatfte van dien zyn wegen desdoods, Jesa: XXIX. vers 13 en 14. IFant de Heer heeft gezeid: daarom datdit volk [tot mf\ naderd met zynen monde enzy my met haar lippen eer en ^ dog haar her-te verre van mydoen: en haare vreeze^ \_daarmedezy] my [vreezen] menfen gebooden zyn di^ haar geleerd zyn: Baarom^ ziet ik zal voorts wonderlyk wetdit volk handelen^ wonderlyk en wonderbaarlyk:want de wysbeid zyner wyzen zal vergaanen het verfland zyner verftandigen zal zi^ verbergen De y6 Het OvervLOïiJEN 1$ XXILDe Stempel. Nier esn iegelyk die tot iny zegt Heen!Heer e! zal ingaan In het Konïngryk der bee-melen ^ maar die daar doet den iville mynsVaders die in de heemelen is. Matth: VIL Op H E R T E. 77 Op Figuur XXil. JL^e ftempel Gods, die Jezus op hen Her:-mecaal geflaagen^. Op dat de ziel dac opfchrifc zulk een Heer die t al gebied. Maar wie dit beeld op fchyn goed fleldc,. Maakt valfe munt die niet zal gelden. Hoogl: Vill. vers 6. 7 JL^jt my als een zegel op uw hert e ^ als eenzegel op tiiven arm: v:ant de liefde is Jlerkyals de dood: de yjer is hard als het graf:ba ar e kelen zyn vl^rige kolen y vlammefi desHEEREN. Openb: UL vers 12. Die overzvind ik zal hem maaken tot eenpilaar in den tempel myns Gods^ en hy zatfilet meer daar uit gaan : en ik zal ophem fchrycen den naam myns Gods. en dennaam der ft ad myns Gods^ [ namerjk ] desnieuwen Jerufalemsy die uit den heemel vanmynen God afdaalt^ en [ ook ] myn nieuwennaam. Hcü 78 Het OVERVLOEIJENI) XXIII. Het Kleed.


Size: 1464px × 1707px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan164, booksubjectemblems, booksubjectmysticism