Archive image from page 43 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl03heuk Year: 1909-11. 24 ERICACEAE. FAMILIE 82. Erica cinerea Fig. 26. \). 3-6 dM. MaartâMei (eigenlijk begint de bloei reeds in den Herfst, doch dan is de, later vieeschkleurig rood wordende, kelk nog groen). Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- Europa op steen- achtige plaatsen in bergbosschen voor en is tusschen Middelburg en Nieuw-en gevonden en waarschijnlijk vroeger ook bij Oisterwijk (zie E. mediterranea). in beide ge- vallen zal men wel met ee
Archive image from page 43 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl03heuk Year: 1909-11. 24 ERICACEAE. FAMILIE 82. Erica cinerea Fig. 26. \). 3-6 dM. MaartâMei (eigenlijk begint de bloei reeds in den Herfst, doch dan is de, later vieeschkleurig rood wordende, kelk nog groen). Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- Europa op steen- achtige plaatsen in bergbosschen voor en is tusschen Middelburg en Nieuw-en gevonden en waarschijnlijk vroeger ook bij Oisterwijk (zie E. mediterranea). in beide ge- vallen zal men wel met een verwilderde sierplant te doen gehad hebben. E. cinÃrea') L. Grauwe dop heide (fig. 26). Deze iieester is sterker vertakt dan E. Tetralix, de takken zijn rechtop- staand, de jonge zijn zacht behaard. De bladen zijn smal lijnvormig (fig. 26),. stomp, glanzend, staan in kransen van 3 en hebben in de oksels bundels bladen (verkorte takken). Zij zijn 4-6 mM lang, met een groeve,, van onderen onbehaard, aan den rand fijn. gewimperd. De bloemen zijn rood-violet of wit, kort gesteeld, knikkend en staan in kransen, die verlengde, stompe, eindelingsche trossen vor- men. De stelen zijn weinig behaard, nauwe- lijks zoo lang als de bloemen en hebben onder de bloemen 2 schutbladen. De kelk is korter dan de bloemkroon en heeft lancetvormige, gladde, groene slippen met vliezige randen, die 1 4 van de lengte der bloemkroon hebben. De bloemkroon is kroesvormig-eirond (5-& mM lang) met 4 korte, teruggeslagen tanden (fig. 26). De meeldraden zijn ingesloten, de helmknopjes hebben 2 hoorntjes (fig. 26). De stijl steekt weinig uit. De doosvrucht is glad, bolrond met 5 groeven (fig. 26). K 3-6 dM. JuniâSeptember. Voorkomen In Europa en in Nederland. De plant komt in West- en hier en daar in Midden-Europa voor in heidevelden. Bij ons is zij zeer zeldzaam gevonden op eenige plaatsen in Limburg en verder bij Oirschot. Nog worden in den Prodromus Florae Batavae genoemd E. mediterranea-) L.,
Size: 1292px × 1548px
Photo credit: © Bookive / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: 1900, 1909-11, archive, book, bookauthor, bookdecade, bookpublisher, booksubject, bookyear, drawing, heukels_hendrik_1854_1936, historical, history, illustration, image, leiden_n_v_boekhandel_en_drukkerij_voorheen_d_j_br, page, picture, plants, print, reference, vintage