. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . en; Hy is 20 ftreng niet, als hy heet, Wat diendt hem onze druk en leet? Hy heeft den Hemel niet gebouwt Voor wilde Dieren uit het Godt alzo voor goed bekent, Die zal bedroegen zyn in t endt. Doch ik bekent Godt is heel goedt, Want hy veel weldaad deed en doedt; Hy wenfcht na ons behoudenis, Maar hy ook gantfch rechtvaardig is, En heeft na zyn rechtvaardigheid, Elk na zyn werk loon toegezeid, En zal eens tot de Knecht die (laag Zyn werk of niet


. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . en; Hy is 20 ftreng niet, als hy heet, Wat diendt hem onze druk en leet? Hy heeft den Hemel niet gebouwt Voor wilde Dieren uit het Godt alzo voor goed bekent, Die zal bedroegen zyn in t endt. Doch ik bekent Godt is heel goedt, Want hy veel weldaad deed en doedt; Hy wenfcht na ons behoudenis, Maar hy ook gantfch rechtvaardig is, En heeft na zyn rechtvaardigheid, Elk na zyn werk loon toegezeid, En zal eens tot de Knecht die (laag Zyn werk of niet en doedt, of traag, L3itroepen , 6 gy trage knecht, Gy hebt myn wil niet uitgerecht, Gy hebt my niet getrouw gewecft, Noch door t geloof niet recht gevreeft, Dies gaat nu in de duifttrnis,Daar uwe deel voor eeuwig is. 3. v Z2. Cy dienjlkfiechten zyt inaUes gehoor-zaam ( uvjen ) Heer en na den vleefche, l^c. v. 24. If^e-^ende dat^y van den Heeren zitlt ontfangen de vergeldmgeél4T erjfentffe: wantgy diend den Heer e Chrijlo, c:rV. Of verfcheUc Cclegemheden» ^7 XLVI. OpdegeJegentheidvaneenFiJlfcher^-dit ffreekt ah *voïgt:. hJ^ U 2ïe ik dit IS niet al mis,^ Want ziet myn net is fchier vol Vis,Maar dat het flimft nu is van al,De grooten 2yn een kleen getal,De kleenen is t getal heel groot,En die fmyt ik weer in de ziet de grooten ik bev^^aar,En brengze vaardig in myn daar zo valt my in de zin,; Daf: 78 InHfrlyke Btdtnkingett ^ Dat hier voor my fteekt kering in :Godt zal de menfchen lo by eenHier na eens vilTchen in t gemeen,En zal, gelyk als ik nu doe,De quaaden fcheiden uit de goé.Maar groot zal dan zyn hei verfcheelVan deen, of van des anders deel,Te zitten aan Godts Rechterhandt,Of dan te gaan in dhelfche brandt. Wel die dan is een goede menfch,Die zal Godt geeven al zyn wenfch;Maardfe Godt vindt onrein te zyn,Zal moeten in de helfche pyn* Maar of dan ook het goê getalNiet wel het kleenfte wezen zal?Ik meen gewifleiyk van ja,Na dat ik uit


Size: 1879px × 1329px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookdecade1720, booksubjectconductoflife, booksubjectemblems