. De flora van Nederland. Plants. 366 â NAJADACEAE. FAMILIE 16. achtig, nauwelijks 1 mM breed, eennervig. Plant teer. Bovenste stengel- bladen niet langer dan 2 cA\. Aarstelen vaak vrij lang. '/. flabellatus^) Bab. Bladen breed lijnvormig, plotseling toegespitst, 3-5- nervig, tijdens den bloeitijd al afgestorven. Stengels waaiervormig uiteen- staand. Vruchtjes met bijna rechte buikzijde en aan den rug gekield. Biologische bijzonderheden. De vegetatieve vermenigvuldiging heeft bij deze soort op een geheel andere wijze plaats dan bij de vorige. De vertak- king der plant geschiedt hier geheel op


. De flora van Nederland. Plants. 366 â NAJADACEAE. FAMILIE 16. achtig, nauwelijks 1 mM breed, eennervig. Plant teer. Bovenste stengel- bladen niet langer dan 2 cA\. Aarstelen vaak vrij lang. '/. flabellatus^) Bab. Bladen breed lijnvormig, plotseling toegespitst, 3-5- nervig, tijdens den bloeitijd al afgestorven. Stengels waaiervormig uiteen- staand. Vruchtjes met bijna rechte buikzijde en aan den rug gekield. Biologische bijzonderheden. De vegetatieve vermenigvuldiging heeft bij deze soort op een geheel andere wijze plaats dan bij de vorige. De vertak- king der plant geschiedt hier geheel op dezelfde wijze als bij de andere Potamogetonsoorten, doch de laatste zijtakken, die zich tegen den herfst vormen, gedragen zich zeer bijzonder. Wel worden ook daar in de oksels der 2^ en 3^ schub resp. een hoofd- en een bijknop gevormd, maar beide groeien niet uit tot een nieuwe stengelvertakking, doch vormen een knol- generatie, die echter weer dezelfde wijze van vertakking volgt. De knol- spruit begint weer met 2 dunne lange leden met vliezige bladen, maar het 3^ en 4e stengellid zwellen nu zeer op en vormen den knol, die in den eindknop uitloopt en door het 3^ scheedeachtige blad als door een rok omgeven is. Ook omsluit dit blad met zijn bovenste buisvormig deel grootendeels den eindknop. Nu komt echter uit den oksel der 2^ schub der knolgeneratie weer zulk een generatie der 2^ orde en dit kan zich weder herhalen, zoodat het soms gebeurt, dat er 4 samenhangende knol- generaties ontstaan. Steeds is het alleen de hoofdknop, die zich ontwikkelt, nooit de bijknop in den oksel van het 3'-' schubvormige blad. De met zetmeel gevulde knollen zijn meest ei- of rolrond. Zij breken licht af, ook gaan de dunne asdeelen er tusschen laat in den herfst afsterven, doch de knollen met hunne knoppen blijven den winter over, loopen in het voorjaar uit en vormen nieuwe planten. Ook de stengels, die zich in het water bevinden, vormen in het najaar in de bladoksels korte uitloopers, wier eindled


Size: 1431px × 1745px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants