. De flora van Nederland. Plants. 212 ISOETACEAE. FAMILIE 3. I. laoüstris 1) L. Biesvaren (fig. 117). Deze ondergedoken waterplant heeft een neergedrukt bolronden, 2-lobbigen, tot 2,5 cM dikken stengel. De bladen zijn 8-18 cM lang, 3-6 mM breed, boven bijna cyiindrisch, kort toegespitst, vrij stijf, donker- groen, rechtopstaand. De sporangiën zijn witachtig, het dekvliesje is onvolledig. De macrosporen (fig. 117) zijn bolrond, meest met lage, ten deeie lijstachtig verlengde, fijnknobbeh'ge wratten dicht bedekt. Deze zijn hier en daar netachtig verbonden. De microsporen zijn klein en hebben u


. De flora van Nederland. Plants. 212 ISOETACEAE. FAMILIE 3. I. laoüstris 1) L. Biesvaren (fig. 117). Deze ondergedoken waterplant heeft een neergedrukt bolronden, 2-lobbigen, tot 2,5 cM dikken stengel. De bladen zijn 8-18 cM lang, 3-6 mM breed, boven bijna cyiindrisch, kort toegespitst, vrij stijf, donker- groen, rechtopstaand. De sporangiën zijn witachtig, het dekvliesje is onvolledig. De macrosporen (fig. 117) zijn bolrond, meest met lage, ten deeie lijstachtig verlengde, fijnknobbeh'ge wratten dicht bedekt. Deze zijn hier en daar netachtig verbonden. De microsporen zijn klein en hebben uitstekende kammen. â ^. JuliâSeptember. Deze plant komt in 2 vormen voor: «. rectifólium -) Casp. met rechte bladen. ^. curvifóliurn â 'â¢) Casp. met gekromde bladen. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze plant groeit meest in een waterdiepte van 0,6 tot 2 M, zelden tot 3M. Zij komt in Midden- en Noord-Europa in diluviale waterplassen met Littorella, Lobelia en Myriophyllum voor. De vorm «. is bij Weert gevonden, de vorm p'. bij Drachten (Fr.).. Isoetes lacustris Fig. 117. I. echinóspora') Durieu. Stekelspoor-biesvaren (fig. 118). Bij deze ondergedoken waterplant is de stengel tot 12,5 mM dik en 2-lobbig. De bladen zijn 5-12 cM lang, geleidelijk in een fijne spits versmald, slap (bij het uittrekken uit het water in bundels aan elkaar klevend), lichtgroen. Het dekvliesje is onvolledig. De macrosporen (fig. 118) zijn bolrond, kleiner dan bij de vorige, dicht met kegelvormige, vaak iets samengedrukte, spitse of afgeknotte, zeer brosse stekels bezet. De microsporen (fig. 118) hebben uitstekende kammen met bijna gladde vlakjes er tusschen. '^â . Juliâ September. Deze soort komt in 2 vormen voor: a. curvifóliurn'') Pirotta. Kortere bladen afstaand, de bui- tenste iets teruggekromd. /?. rectifólium-) Pirotta. Langere, aan den voet dikkere bladen rechtopstaand. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze plant groeit meest in het water op grootere diep


Size: 1413px × 1769px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants