. Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden . j f of fchrijfc, dat keyfer Maximiliaen opeentijt,met fulcken viericheyc een wilt na jaeghde,dat hy int vervolgh vant felve,(ich eyndclijckvont op een hooghe ende fteyle rotze, vandcwelcke tot fijn felven ghtkomenzijnde,gheen middel en fach om af te geraken, Den menfeb ontfiet nocb vyer noch hier te blijven op der eert,Men faéght hem a f fin been en hant,Sijn aders werden toeghebrant,Men giet hem vuyle drancken in,Vergtfticht met ten /lang of (pin 5Watdrttckyoat krwjsjéat teghenfioet,Sal dan verfebrick


. Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden . j f of fchrijfc, dat keyfer Maximiliaen opeentijt,met fulcken viericheyc een wilt na jaeghde,dat hy int vervolgh vant felve,(ich eyndclijckvont op een hooghe ende fteyle rotze, vandcwelcke tot fijn felven ghtkomenzijnde,gheen middel en fach om af te geraken, Den menfeb ontfiet nocb vyer noch hier te blijven op der eert,Men faéght hem a f fin been en hant,Sijn aders werden toeghebrant,Men giet hem vuyle drancken in,Vergtfticht met ten /lang of (pin 5Watdrttckyoat krwjsjéat teghenfioet,Sal dan verfebricken onsgbemoet,Wanneer men in fi herte prent,Vat hoochBe goet3 dat niet en ent ? MO th. | Bernard. In Qvod. Serm, QVi certat non coronabitur nifi qui j Tls^hoc mmdo,quaÇiin campo eertamilégitime certaverit . primnm labo- JLnis ,pcfiti fumm : quihic Mores, légitime certaverit , primumwistem agricolam oportet de frufiibusMrciperc aut plagas, aut tribulaiionesnon/ufcepit, infuturoinglorins apparebit. O 3 QVOD 11« O VOD IVVAT EXIGVVM Pr O V E R b ,Q Equitttr eam quafi bos duel m advi&imam, ér quafi âgnusiafci-, ^ viens, & ignorans quoàvincuk trahatur ; donec transfgat fagittt gitU)ecftrc)Uït Conviviajudi, Pocuia crebra, tinguenta,coren4,fertaparantur :Nequicquam $ quoniam medio de fonte Ie forumSurgit mm uliqmd}quodin ipftsfariba* angaf. VM m Voor kleyn gbenuclitpgroot ghefucht, en langb gbeducht. GHy die voor defen os fietipel, en verfche rofèn,Siec oock wat âchter volgnt, en 1er Koe corte pofênHoe ras vergaenden vreucht de malle jonckheit heeft,En wat de quade luft voor harde nepen , vrienden, vuyl bejagh enbaet ons niet met alle,Al is het eerfte foet,het eyndis enckel galle ; Âch dat men vrcuchde noemt duert maer een corte wijl,Van voren fchijntet fpel, van achter is de bijl. Quod ju vat, exiguum e ft. QVi pecm bic lituosque rvidesinjinumque} rofaéqueyTe fedœ menerù regna videre put a :| Hei mibil quant leva efl t£ q


Size: 1574px × 1587px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorvenneadriaenpietersz, booksubjectemblems, bookyear1627