. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . met een witte schering en een zwarten ziet hieruit dus, dat de verlenging van de bruinroode met de witte scheringdraden in hetgeheel niet plaats heeft, door die draden aan elkaar vast te knoopen, doch enkel door ze vlak bijelkaar in dezelfde richting en ten slotte middels een voortgezetten inslag in het weefselverbandte houden. De witte schering kan zoo lang uitgetrokken worden, als men voor beide eindstuk-ken voldoende acht. Wil men het andere eind van het weefsel voortzetten, dan keert meneenvoudig het heele toestel om. Is aa


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . met een witte schering en een zwarten ziet hieruit dus, dat de verlenging van de bruinroode met de witte scheringdraden in hetgeheel niet plaats heeft, door die draden aan elkaar vast te knoopen, doch enkel door ze vlak bijelkaar in dezelfde richting en ten slotte middels een voortgezetten inslag in het weefselverbandte houden. De witte schering kan zoo lang uitgetrokken worden, als men voor beide eindstuk-ken voldoende acht. Wil men het andere eind van het weefsel voortzetten, dan keert meneenvoudig het heele toestel om. Is aan ieder eind een klein stukje met witte schering en zwarten inslag ingeweven, dan kunnende bruinroode garens en de niet te gebruiken einden der witte garens afgeknipt en kan de numet witte garens verlengde schering weer op de gewone borst- en kettingboomen overgenomenworden. De arbeid van het aldus verlengen der scheringgarens van een ragidoep wordt metden naam van m a n o 1 o e k i (van s o 1 o e k = in de plaats van iemand of iets komen) Fig. 214. Het verlengen der schering van een ragidoep. () De hulpborst-en kettingboomen worden hana hanak genoemd. 222 Over de versiering van de ragidoep wordt alsnog het navolgende medegedeeld. De beide eind- of verlengstukken bevatten opeenvolgende breedte-randen van afwisselende patronen, welke veelal ruitmotieven vertoonen, dikwijls gecombineerd met sleutelfiguren en voorts gebaseerd op de in de Indonesische kunst herhaaldelijk toegepaste vierkantsverdeeling, welke de alom bekende kembang manggis of tapok-manggis-fïguur doet ontstaan. (fig. 215 t/m 230). De patroonranden van de verlengstukken zijn niet alle even breed; de breedste patroonranden


Size: 1761px × 1419px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912