. De flora van Nederland. Plants. Medicago miniina Fig. 745. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in West- en Zuid-Europa op bebouwde en onbebouwde plaatsen voor. Bij ons is zij vrij zeldzaam gevonden. Waarschijnlijk is zij op de meeste vindplaatsen wild, maar soms toch ook aangevoerd op bouwland. M. minima') Lmk. Kleine rupsklaver (fig. 745). Deze plant is dicht witachtig behaard. Uit den wortel komen eenige vertakte, liggende, opstijgende of rechtopgaande stengels. Deze dragen kortgesteelde bladen met eironde, toegespitste, aan den voet kort getande of gaafrandige (die der bove


. De flora van Nederland. Plants. Medicago miniina Fig. 745. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in West- en Zuid-Europa op bebouwde en onbebouwde plaatsen voor. Bij ons is zij vrij zeldzaam gevonden. Waarschijnlijk is zij op de meeste vindplaatsen wild, maar soms toch ook aangevoerd op bouwland. M. minima') Lmk. Kleine rupsklaver (fig. 745). Deze plant is dicht witachtig behaard. Uit den wortel komen eenige vertakte, liggende, opstijgende of rechtopgaande stengels. Deze dragen kortgesteelde bladen met eironde, toegespitste, aan den voet kort getande of gaafrandige (die der bovenste bladen) steunbladen. De blaadjes zijn klein, omgekeerd eirond of omge- keerd hartvormig, uitgerand, naar voren getand, niet gevlekt, de zijdelingsche zijn zittend, het middelste is gesteeld. De bloemen staan in 1-5-bloemige trossen, wier stelen korter zijn dan het blad, in wiens oksel zij staan. Zij hebben bloemsteeltjes, die korter zijn dan de kelkbuis, zij zijn goudgeel, klein (3-4 mM), zoo groot als bij M. Lupulina. De zwaarden zijn korter dan de kiel. De peul (fig. 745) is ongeaderd, met circa 3-5 windingen, op den rand met 2 rijen stekels, die zich naar weerszijden stellen en aan den top een weerhaakje hebben, zij zijn even lang als of langer dan de middellijn der peul. De zaden zijn niervormig. Meest O O. 5-45 cM. Mei—Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op droge, zan- dige plaatsen in bijna geheel Europa voor, doch is bij ons zeldzaam. M. hispida-) Gaertn. Ruige rupsklaver (fig. 746). Deze plant is vrij kaal. De stengel is sterk vertakt, liggend of opstijgend. De bladen hebben vinspletige steunbladen met borstelvormige slippen en wigvormig-omgekeerd eironde, bijna hartvormige, afgeknotte, naar voren iets getande blaadjes. Het middelste is langer gesteeld, alle hebben ze een kleine, dunne stekelpunt. De bloemen staan in 4-8-bloeniige trossen, zij zijn goudgeel, vaak met bruine lijnen op de vlag, klein, zoo groot als bij M. Lupulina, doch niet zo


Size: 1434px × 1742px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants