. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . qualijck met haer afgeloopen: want deeenquara omzijn leven»ende de ander ist uyt den velde ontrent. Plutarchus. XLII. DEn y^r^;?^ kroin-gcbcckt bclaegde ennaeginah fporenDe Scbaepkens wit gcwolt diet groene kmyt af fchoren. En voerde op t onverzicnfte een Lammerken om hooorh. De Rave t fpel aenzagh met een begeerigh oogh ,En fprack dus by haer zelf


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . qualijck met haer afgeloopen: want deeenquara omzijn leven»ende de ander ist uyt den velde ontrent. Plutarchus. XLII. DEn y^r^;?^ kroin-gcbcckt bclaegde ennaeginah fporenDe Scbaepkens wit gcwolt diet groene kmyt af fchoren. En voerde op t onverzicnfte een Lammerken om hooorh. De Rave t fpel aenzagh met een begeerigh oogh ,En fprack dus by haer zelfs, is ^Arent zoo onfchamel,Wat hindert my dat ick niet roofden vetftcn Hamel Vanallediede weyde ent groene kruyt beflaen ? Zydaelde ops Hamels rugh, om hem te grijpen aen :Maer als haer klauwen in de wolle zijn geflagen ,Zy veel tonmachtigh is zoo vetten vlies tontdragen. Den Herder op zijn luym, den Rave ziet verwert, 1 Die op haer dieft terftont van hem gevangen werd.„Wie boven zijne macht zich yets derf onderwinden,55 Zich eyndelijcken zal geheel bedrogen vinden. „ Wie grooter pack op loed als hy verdragen mocht, ,5 Stack menighmael in t zand de beenen in de locht. M ii; 43 Warande der 3. T Wild Vereken en den Ezel. ALfo mede heeft cic Keyfer Iheodofim de Jonge, doen hy veracht envan vele gelaftertwerde, hcmvantoornc onthouden, dat hy lichniet alleen gewroken heeft, niaer oock niet wederom gefmadct heeft. Enalshygevraegt worde waerom hy hem niet en wreeckte, ende die hemfooleclijckkhenden, endefooonbillijck lafterden, als die Crtmen UpsMajejiatis begaen hadden, niet aan den lijve ftrafte? lo antwoorde hy:Gave Godt dat ikoockdiegeene, die om hare mifdadcn veroordeelt en-de aireede gerichtet zijn van den deodt verloflcn, cnde weder ten levenbrengen kondc! Zonaras. XLIII. Wild myggcborftek Zwijn prat op den Ezel fmaeldc,OiTi dat hy alzins fchande en nergens lof behaelde ,Vermids hy dom van geeft en traegh in zijnen ganghZijn leven flijten moft ontrent derprijen f


Size: 1747px × 1430px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorvondeljoostvanden1, bookdecade1680, booksubjectemblems