. De flora van Nederland. Plants. Geranium pyrenaicum. Fig. 432. 1. Meeldradün en stamper voor het opengaan der bloem, 2. Dezelfde deelen in het begin van den bloei, 3. De- zelfde deelen iets verder in den bloeitijd , 4. Dezelfde deelen al weer wat veider, /?A-, helmknopjes van den buitensten krans van meeldraden, /ïAto dezelfde van den binnensten, st stempels, h honigkliertjes. Biologische bijzonderheden. Ook wat den bouw der bloem met het oog op de bestiiiving betreft, staat deze soort tusschen die met groote en met kleine bloemen in, doch nadert meer tot die met groote bloemen. Voor de bloe


. De flora van Nederland. Plants. Geranium pyrenaicum. Fig. 432. 1. Meeldradün en stamper voor het opengaan der bloem, 2. Dezelfde deelen in het begin van den bloei, 3. De- zelfde deelen iets verder in den bloeitijd , 4. Dezelfde deelen al weer wat veider, /?A-, helmknopjes van den buitensten krans van meeldraden, /ïAto dezelfde van den binnensten, st stempels, h honigkliertjes. Biologische bijzonderheden. Ook wat den bouw der bloem met het oog op de bestiiiving betreft, staat deze soort tusschen die met groote en met kleine bloemen in, doch nadert meer tot die met groote bloemen. Voor de bloem zich opent (fig. 432), zijn de toppen der meeldraden iets naar buiten gebogen. In de open bloem hebben zich eerst de 5 buiten- ste meeldraden opgericht en staan de helmknopjes, die aan de buitenzijde zijn openge- sprongen, boven de dan nog opeengesloten stempels. Op den volgenden dag richten zich ook de 5 binnenste meel- draden op, zoodat de ook nu nog aaneengesloten stempels door de 10helm- knopjes omgeven zijn. De bloemen zijn dus vrij sterk protrandisch. Een of 2 dagen later spreiden zich de stempels uit en is nu nog stuifmeel aan- wezig, dan kan door insecten of spontaan zelfbestuiving optreden, anders is kruisbestuiving door insecten uit jongere bloemen aangewezen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in beschaduwde, boschrijke streken in Midden- en Zuid-Europa voor. Bij ons is zij zeld- zaam en wordt het meest aan spoordijken en wegen aangetroffen. Zij is waarschijnlijk langs de spoorbanen bij ons aangevoerd en schijnt zich te verspreiden. G. phaèum') L. Donkere ooi e vaars bek (fig. 433). Uit een bijna horizontalen wortelstok komen 1 of meer rechtopstaande, naar boven vertakte stengels, die zacht met hori- zontaal afstaande, witte haren bezet zijn. De wortelbladen zijn zeer lang gesteeld, de stengel- bladen, die uit de vooral dicht met witte haren bezette en roodbruin gekleurde knoopen komen, staan verspreid en zijn naar boven toe al korter en korter g


Size: 1304px × 1916px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants